Verblijf op de diverse eilanden van de Republiek van Vanuatu
Gedurende de periode 27 juni tot 5 november 2003
In een prachtige baai bij het eiland Aneytum,
het meest zuidelijke van de Vanuatu groep gaan we op 29 juni voor anker. Je
laat je zo van de boot in het heldere en warme water vallen of we varen met
de dinghy naar het rif en dan de snorkels op en de flippers aan en lekker op
het zoute water drijven en beneden je naar de visjes en het koraal kijken.
Als we aan de wal willen om de village te bezoeken,
moeten we eerst met onze paspoorten naar de plaatselijke politiepost om onze
namen en paspoortnummers in een schrift te laten schrijven en te laten
controleren of we wel legaal in Vanuatu verblijven. Alles in orde
natuurlijk! Daarna een leuke wandeling gemaakt langs de verschillende
huizen. Heel eenvoudig allemaal, maar keurig verzorgd en de erfjes rond de
huizen ook netjes aangeveegd. Binnendoor loopt een pad naar een volgend
dorpje, onderweg zien we bomen vol met pompelmoessen, heel grote en heerlijk
zoete grapefruits. Daaronder lopen een stuk of 12 bruine koetjes en her en
der hoor je kippen in het struweel scharrelen. Rond de huizen veel jonge en
magere hondjes. Bij de huizen treffen we weinig mensen aan, waarschijnlijk
aan het werk in de groentetuinen (meestal verder weg buiten het dorp) of aan
het vissen. Ook de vrouwen werken in de tuinen en de kinderen zitten op
school.
Over het strand lopen we terug naar de eerste village.
Twee mannen hebben net een grote zak gevuld met stukjes dood koraal dat hier
volop op het strand ligt. Dat blijkt voor het leggen van een keukenvloertje
te zijn. Wel even sjouwen met z'n tweeën, maar verder heel voordelig. We
lopen naar de ruïne van een kerk die jaren geleden door een orkaan verwoest
en nu geheel overgroeid is. De nieuwe kerk staat er naast. Naast de oude
kerk staat ook een van de schoollokalen en de kinderen zijn aan het zingen.
Leuk om te horen, de leraar begeleidt ze op een gitaar.
Het uitzicht vanaf de boot is fantastisch: blauwe zee,
witte stranden en volop palmbomen. Een man uit het dorp komt in zijn
uitgeholde boomkano langszij en biedt ons een grapefruit en een tros bananen
aan. We vragen wat hij ervoor wil hebben: niets. Hans vraagt of hij nog
vislijn en haakjes heeft en daar is hij net doorheen, dus zo kunnen we toch
wat terug doen. En even een praatje maken natuurlijk.
Ja, een heerlijk relaxed eerste weekje en we raken weer
een beetje aan de zon en de warme temperaturen gewend. De eerste keer dat
onze armen en benen de buitenlucht weer zagen, waren ze wel heel erg bleek.
Dat is nu gelukkig een beetje over.
Inmiddels hebben we een derde biervat opgestart. Sinds we
zelf aan boord bier brouwen, proberen we zo goed mogelijk de verschillende
bieren die we proeven te beschrijven, zodat we straks weten welke soorten
wij het lekkerste vinden. Het is wel even wennen want de temperatuur van
water en lucht ligt veel hoger dan in Nieuw Zeeland, maar we blijven alles
in de gaten houden en her en der wat experimenteren.
Het brooddeeg rijst hier ook zonder moeite de pan uit,
dus regelmatig een vers broodje uit de oven. Ook hier experimenten met
pesto, zonnebloempitten, etc.
Hoogtepunt deze week is het bezoek aan de werkende
vulkaan 'Yasur' op het eiland Tanna. Afgelopen zondag maakten we de
oversteek naar Port Resolution, een vrij bekende ankerplaats in de
zeilerswereld. Ook Captain Cook heeft er in 17-zoveel geankerd en voet aan
wal gezet. Aan de taalkundige aan boord die opdracht had zoveel mogelijk van
de talen die op de verschillende eilanden gesproken werden op schrift te
zetten, danken we de volgende anekdote. Toen deze taalkundige aan de
bewoners vroeg hoe het eiland heette, wees hij naar de grond, en de
eilanders zeiden: 'tanna' (hetgeen in de locale taal 'grond' betekent). De
taalkundige begreep dat Tanna de naam van het eiland was en heeft dit zo aan
Captain Cook doorgegeven die het in zijn logboek schreef en vanwaaruit het
door de kaartenmakers in Londen op alle land- en zeekaarten werd vermeld.
In Port Resolution hebben een aantal mensen uit het dorp
een informele Yacht Club opgezet. Daar ontmoeten de meeste mensen van de
boten elkaar en wordt informatie uitgewisseld. Ook kan je hier afspraken
maken voor vervoer over het eiland of excursies. Een van de grote attracties
is een bezoek aan de vulkaan 'Yasur' (Yasur betekent 'oude man' en veel
legenden en mythen geven de vulkaan en de oude man in de vulkaan bijzondere
gaven en machten).
De eerste dagen in Port Resolution hebben we veel wind en
ook regelmatig een pittige regenbui, maar dinsdag lijkt het weer goed en met
7 andere 'yachties' (4 Amerikanen, 3 Fransen en wij dus) en een chauffeur en
een gids gaan we in een four-wheel-drive truck om 16.00 uur op pad. De
gewone weg op Tanna is al een belevenis met kuilen, hobbels, en af en toe
mensen, varkens en kippen op de weg, maar de weg naar de vulkaan is drie
kwartier ergens tussen bodem en dak van het voertuig.
We komen wel steeds hoger op de vulkaan en het laatste
traject rijden we door donkergrijze lava. Op een gegeven moment wordt er
gestopt en zien we een pad, aan de zijkant netjes afgezet met grotere
stenen, een flink stuk redelijk steil omhoog gaan. Na een half uurtje
klimmen en klauteren bereiken we de rand van de vulkaankrater. Geen
leuninkjes of hekken waarachter je moet blijven staan of waaraan je je vast
kunt houden. Maar kijkend naar beneden hebben we een prachtig uitzicht op
een viertal kratermonden. Een rood gloeisel geeft aan dat er activiteit is
en uit gaten nabij de kratermonden komen regelmatig slierten stoom.
Het is vrij winderig op de rand, we hebben de wind in de
rug en ruiken (helaas) niets van de dampen. Maar dan opeens ... een keiharde
plof en een vonkenregen lijkt het wel. Dat is natuurlijk lava, hete modder,
die roodgloeiend uit de vulkaan wordt geblazen. We staan wel zover
verwijderd dat we niet geraakt worden en ook niets voelen van de hitte, en
direct na de ontploffing komen er vanuit de verschillende gaten weer flinke
stoomwolken te voorschijn. Het is inmiddels zo goed als donker, met een half
maantje. Iedereen staat gefascineerd naar de rode gaten te staren.
En net als je denkt dat het voor vanavond gebeurd is,
klinkt er weer een geweldige demp-knal en komt er een fontein lava te
voorschijn. Prachtig mooi tegen die donkere achtergrond natuurlijk! En dan
te beseffen dat dit geen aangestoken vuurwerk is, maar een rommeling van de
aarde zelf. Heel indrukwekkend. En ja, dan komt er een alles overdonderende
knal en het vuur spuit nu vanuit een andere kratermond huizenhoog de lucht
in. Veel stoom eromheen en nog wat gerommel van ver beneden. Dan begint het
weer wat rustiger te worden en we beseffen dat we al meer dan een uur hebben
staan kijken. Het wordt tijd het pad weer af te dalen, het is nu inmiddels
helemaal donker. Geadviseerd was een zaklantaarn mee te nemen en die komt
goed van pas. Beneden wacht de chauffeur ons op en de rit wordt nu in
omgekeerde volgorde afgelegd. Lekker door elkaar gehusseld komen we weer bij
de Jachtclub aan. We praten nog even na met wat mensen en zoeken dan,
eveneens in het donker onze dinghy op het strandje op. Die ligt er gelukkig
nog (voor stelen hoeven we in Vanuatu niet bang te zijn overigens) en we
tuffen weer naar de 'Alexandra' terug. Een mooi en indrukwekkend avontuur!
Inmiddels liggen we twee dagen en nachten achter het
atol-eiland Aniwa. Lagen we in Port Resolution met zo'n 15 andere jachten
van allerlei nationaliteiten, hier liggen we helemaal alleen! Staat ook niet
uitgebreid in de boekjes beschreven, dus dan komen alleen de wat
avontuurlijker geesten op het idee daar eens te gaan kijken. Vanochtend een
uur lang op een mooi rif langs een ondiepe lagoon gesnorkeld. Veel vissen
gezien en ook een schildpad. Morgen zeilen we verder, naar Dillon Bay aan de
westkant van het eiland Erromango.
Afgelopen zaterdag een leuke wandeling door het dorpje
'Dillon Bay' gemaakt en zondag een dienst in een van de kerkjes van de
'village' bijgewoond. Een heel bijzondere ervaring weer. Helaas alles in de
locale taal, maar het is prachtig naar het zingen te luisteren van zowel de
volwassenen als de kinderen. De meeste liederen zijn zonder muzikale
begeleiding alleen de kinderen worden op de gitaar begeleid door een van de
zondagsschoolmeesters. Na afloop praten we even met de dominee en een aantal
mensen uit de gemeente. We krijgen een mand met fruit en groenten mee,
versierd met een paar takjes kleurige bloemen. En wij hebben vishaken,
haakjes en lijn bij ons en het een en ander aan tweedehands kleding.
Iedereen weer blij.
Na het weekend hebben we een paar dagen regen en een
ochtend zelfs een heus stormpje.
Port Vila, de hoofdstad van Vanuatu, hebben we verlaten
en we liggen weer achter ons anker. Onze eerste stop is Havannah Harbour, 3
uurtjes varen vanaf Port Vila en de dag daarop vroeg op en een lange dag
noordwaarts naar Lamen Bay op Epi Island. Mooie wind pal van opzij, dus met
rond 8 knopen de hele dag door kunnen varen. Rond 4 uur 's middags voor
anker. Dan ben je het klotsen en schommelen wel moe, dus rustig met een
drankje de nieuwe omgeving in je opnemen en genieten van een eenvoudige doch
voedzame maaltijd.
De volgende morgen vroeg in de dinghy en met snorkel en
duikbril het water in op zoek naar de dugong (zeekoe). We worden verrast
door een aantal schildpadden met een doorsnee van zeker 80 cm. Ze zijn
redelijk tam en je kunt er goed in de buurt komen. Onder een van de
schildpadden zwemmen drie vissen mee. Door het omwoelen van de grond door de
schildpadden komt er ook voedsel voor de vissen naar boven (kleine wormpjes
etc.). Evenals de dugong grazen de schildpadden op het overigens zeer korte
gras in Lamen Bay. Maar helaas, de dugong is niet te vinden.
Omdat we verder moeten naar de Maskelyne Islands kunnen
we niet langer blijven en in een uur of vier steken we rechtstreeks over
naar Sakao, het eerste eiland van de Maskelynes. Daar liggen al twee andere
boten van het medisch project MARC (Medical Assistance to Remote
Communities): die van de coördinator en zijn vrouw en een grote tweemaster
van een echtpaar uit Nieuw Zeeland en hun dochter (15 jr.) die tjokvol
bouwmaterialen voor het afbouwen van de kliniek op Sakao Island zit. Er
wordt hard gewerkt alle materialen te lossen en de artsen (vrijwilligers)
aan de slag te krijgen. De patiënten staan al te wachten.
De volgende dag is alles een beetje geregeld en er komt
een medewerkster van de Regering van Vanuatu, verantwoordelijk voor Malekula
Island, op bezoek en 's avonds aan boord van de tweemaster hebben we een
'salu-salu', een welkomstparty. Er zijn diverse toespraakjes, het
overhandigen van een bloemenketting en daarna is er een drankje en een hapje
voor iedereen. Ook is er 'lap-lap', een lokaal gerecht dat in een grondoven
is klaargemaakt. Wat vlees en groenten zijn kleingesneden verwerkt in een
grote tapioca koek. De 'lap-lap' ligt nog in boombladeren ingepakt (om warm
te houden). De vertegenwoordigster van de Regering pakt de 'lap-lap' uit en
snijdt deze in stukken (zoals bijvoorbeeld het formaat van pizzapunten).
Wij zijn gevraagd voor iets te drinken te zorgen en zowel
de citroenlimonade als ons zelfgebrouwen bier vallen zeer in de smaak. Maar
helemaal de blits maken we met de pannenkoeken met stroop. Ik had een leuke
stapel staan bakken en Hans heeft ze met stroop 'bestrooid' en opgerold. We
hebben een schaal vol en het is echt een succes!
Waarin een klein land groot kan zijn!
Het is een gevarieerd medisch team: er zijn twee
bijna-klaar studenten uit Engeland, een vrouwelijke huisarts uit Frankrijk
met haar man en zoon (15 jr.), (zeer belangrijk voor de locale vrouwen die
het liefst naar een vrouwelijk arts gaan), een oogadviseuse uit Amerika en
de coördinator van het project (doctor Henk) is zelf ook arts. We horen dat
er nog een locale tandarts komt.
Ook is er Robin, een oud-collega van Henk uit Nederland
(Den Haag) die momenteel redelijk professioneel video-opnamen van het
project maakt. Dit wordt een productie van 30-40 minuten om nieuwe
vrijwilligers en mogelijke sponsors aan te trekken.
Hans heeft inmiddels een aantal technische klussen
toegeschoven gekregen (zonnepanelen, accusets, Iridiumtelefoons,
Inmarsat-set) en we liggen verder stand-by voor vervoer van spullen of
mensen.
Sakao is een prachtig eiland met veel kokospalmen. Iedere
morgen zien we vanaf het hoofdeiland kano's met 2 of 3 mensen langs onze
boten naar de overkant peddelen. De 'tuinen' van de mensen liggen niet op
het eiland waar ze wonen. Vanaf 3 uur zien we de diverse kano's volgepakt
terugkomen. Meestal voorop een flinke stapel brandhout waarop gekookt gaat
worden en verder liggen netjes in grote bladeren ingepakt de verschillende
groenten, bananen, papaja's en pompelmoessen (soort zoete grapefruits). Soms
vragen ze of we nog wat willen 'traden' (handelen) en het liefst hebben ze
dan een T-shirt.
Wij zijn inmiddels wat verder ingewerkt in het
MARC-project (Medical Assistance to Remote Communities): medische hulp aan
afgelegen gemeenschappen. In de Maskelynes, een kleine eilandengroep ten
zuiden van Malekula, staat op een eiland een kliniek van waaruit de meeste
hulp geboden wordt.
Behalve het helpen van patiënten worden hier ook
verplegers/ verpleegsters opgeleid. Met name leren ze malaria te testen en
hier de juiste medicijnen voor te verstrekken. Er is momenteel ook een
Australiër die met geld van de Australische regering een aantal jonge mensen
leert met polyester te werken en dit gebeurt aan de hand van het bouwen van
een catamaran, een zeilboot met twee drijvers. Het plan is dat een
'malariateam' de eilanden en afgelegen dorpen langs het vaste land
regelmatig langs gaat varen. Ook voor transport van patiënten naar een van
de twee kleine kliniekjes of naar het vliegveldje om vandaar uit naar een
groter ziekenhuis vervoerd te worden, kan deze boot een taak gaan vervullen.
De mensen zijn zeer gemotiveerd om te leren en kijken er erg naar uit om een
eigen varend medisch team te hebben.
Afgelopen maandag zijn we met twee artsen en de cameraman
die een reportage van het project MARC maakt naar een van de afgelegen
dorpen geweest. Er is een kleine EHBO-post, maar aangezien het erg warm is
besluiten de artsen buiten spreekuur te houden. Er worden gevlochten matten
op de grond uitgevouwen en aan beide kanten hiervan wordt een omgekeerde
kano gelegd. Hier kunnen de patiënten op plaatsnemen om hun verhaal, meestal
via een tolk, aan de artsen te vertellen.
Het hele dorp staat op redelijke afstand van de
praktijkruimte en leeft zeer met de patiënten mee. De vrouwen staan met de
kleinere kinderen aan een kant bij elkaar en verspreid onder een aantal
bomen zitten de mannen. Er zijn gelukkig geen ernstig zieken, maar mensen
komen vaak met klachten waar ze al jaren last van hebben (voeten, benen,
armen, ogen, etc.).
De Chief verwelkomt ons zeer uitgebreid en de medisch
werker van het dorp helpt met het vertaalwerk tussen patiënten en artsen. De
mensen zijn zeer bescheiden en verlegen en het vergt vaak veel doorvragen
van de artsen om te ontdekken wat precies de klachten zijn.
Het transport naar de afgelegen dorpen vergt veel tijd.
Vanaf onze ankerplaats voor Sakao eiland is het toch al twee uur varen voor
we voor anker kunnen gaan en dan moeten de artsen nog met hun tassen naar
het land en naar de centrale plaats in het dorp. Een motorboot met een
redelijke buitenboordmotor zou de afstand in de helft van de tijd
af kunnen leggen, maar er zijn in de Maskelynes slechts
een paar kleinere boten met hooguit 5PK buitenboordmotoren. Voor de rest
maken de mensen gebruik van uitgeholde boomkano's met 'outrigger' (drijver
die voor het evenwicht aan de boot is gepionierd).
Woensdag varen wij met een deel van het team naar de
volgende projectplaats, het dorp Ranon op de noordkust van het eiland
Ambrym. Een mooie zeildag en het was voor iedereen een ontspannen en uitrust
dag. In Ambrym is in de afgelopen drie jaar door de bevolking een wat
grotere kliniek gebouwd, nog geen hospitaal, want er kunnen geen mensen
verpleegd worden, maar er zijn twee behandelkamers, een opslag en een
ontvangstruimte (waar de gegevens en klachten van de patiënt worden
opgeschreven en besproken). Er staat een tandartsstoel en regelmatig komt er
een locale tandarts om mensen met problemen te behandelen.
Ook werkt er drie dagen in de week een gediplomeerd
verpleegster, dus er is al een regelmaat, zodat er niet heel veel patiënten
staan te wachten.
Vrijdag is de officiële overdracht van de kliniek aan de
regering en aan de lokale chiefs. En dit is een hele dag feest. 's Morgens
komen zo'n 200 mensen de heuvel op naar de kliniek en op een prachtig
glooiend veld met bomen zitten overal groepjes mensen op hun meegenomen en
uitgevouwen matten. Rond half 10 begint de bijeenkomst met een 'salu-salu'
(welkomstceremonie waarbij alle medewerkers van het project MARC een
bloemenkrans omgehangen krijgen). Daarna overdenking en gebed en vervolgens
de verschillende toespraakjes van de belanghebbenden.
Rond 12 uur is dit afgerond en verschijnt er een locale
muziekband. De verschillende familiekringen worden uitgenodigd hun lunch
gereed te maken. Nog meer matten worden uitgevouwen en schalen met rijst en
in bladeren verpakte lap-lap schotels komen 'op tafel'.
De coördinator van het project heeft voor een koe betaald
en de dag van te voren zijn er al grote pannen met hachee gemaakt waaruit
alle families een schaal opgeschept krijgen. Een gezellige grote picknick
dus op het veld voor de kliniek en ook voor ons als medewerkers is een
maaltijd klaargemaakt.
Na de lunch is er info/voorlichting door medewerkers van
de regering (er zijn geen televisie of kranten in Vanuatu) en toen mocht de
band weer spelen. Het wordt een gezellige middag. Het enige dat wij missen
is eigenlijk een apart programma voor de kinderen met spelletjes, een
verhaal of iets dergelijks.
Rond 6 uur begint het donker te worden en Hans heeft een
computer met kleine videoprojector van de coördinator aan de gang gekregen
om een mooie BBC documentaire over onderwater leven te vertonen. Het
projectiescherm is veel te klein, dus vragen we om een wit laken en pioniert
Hans 2 driepoten aan elkaar zodat de mensen van twee kanten naar het scherm
kunnen kijken.
De film spreekt de mensen zeer aan. Er zijn mooie opnamen
van haaien en grote scholen vis, heel herkenbaar dus. Rond 7 uur vertrekt
iedereen weer naar de verschillende dorpen.
Het eiland Ambryn heeft twee werkende vulkanen en een
hike daarheen en terug inclusief wat rustpauzes en uitgebreid op de top in
de lavakraters kijken neemt zo'n 12 uur in beslag. Wij hebben ons daar niet
aan gewaagd, klimmen is onze specialiteit niet, maar van een aantal anderen
van het team horen we dat het zeer de moeite waard is geweest. Als gevolg
van de vulkanen heeft Ambryn vrij grof zwart zand op de stranden liggen. Als
we met de dinghy terug van het land komen moeten we uitkijken geen zand mee
aan boord te nemen, dus schoenen en voeten goed spoelen voordat we aan boord
stappen.
Na het weekend hebben de doktoren nog wat expedities naar
verder afgelegen dorpen ondernomen om daar zieken te bezoeken. Dat zijn
pittige tochten met ook veel klauterwerk. Er lopen meestal een of twee
gidsen mee die ook een deel van de medicijnen en apparatuur dragen, maar het
blijft een inspannende klus. Ook wij zijn naar een van deze dorpen
meegelopen en we hebben kunnen regelen dat er een zgn. ROM dans voor ons
opgevoerd wordt, een traditionele dans met speciale kostuums en maskers, die
door de mensen van Ambryn normaal bij bijzondere gelegenheden als een
huwelijk wordt gedaan. Een aantal dorpen geeft ook uitvoeringen voor
toeristen. We hebben het dorp Fanla bijna bereikt als ons iemand tegemoet
komt en meldt dat er zojuist een vrouw in Fanla is overleden, dus dat de
dansen niet door kunnen gaan. Dat is heel begrijpelijk natuurlijk, dus lopen
we na een korte rust de weg weer naar beneden af.
's Avonds is ons afscheid van Ambryn en er zijn locale
gerechten voor ons gekookt. Er ligt een varkenspoot, twee kippen zitten in
de pan, er is gekookte yam, lap-lap en pakketjes island cabbage
(eiland-kool). Men gebruikt bij het koken geen kruiden dus het smaakt
allemaal wat flauw, maar toch wel heel bijzonder. Een aantal jongemannen
komt met gitaar, yukelele, en diverse ritme-instrumenten de avond opsieren.
Het is heel gezellig allemaal.
Woensdag is er geen wind, dus we varen op de motor met
drie mensen van het team naar onze derde en laatste projectplaats in Banam
Bay op Malekula Island (de eerste baai ten noorden van Port Sandwich).
Onderweg hebben we 2 vislijnen uitstaan en we vangen een mooie tonijn. 's
Avonds hebben we met 8 mensen aan boord van de Alexandra en de tonijn op de
BBQ een smakelijke maaltijd bereid.
De artsen kamperen op deze locatie in tenten en het vergt
altijd weer even wat organisatie voordat alles gesetteld is.
Donderdag is direct een actieve dag. 's Morgens
vergadering met het gehele team en om 10.00 uur start er een workshop voor
de vrouwen over hygiëne en eerste hulp. Alle vrouwen krijgen een health-kit
voor hun familie mee met zeep, tandpasta, tandenborstels, jodium, pleisters,
etc. Er is een vrouwelijke arts uit Frankrijk in het team en ook zij heeft
een lezing gegeven en veel vragen van de vrouwen beantwoord. De mensen
willen hier graag leren en de kliniek die hier staat vervult een belangrijke
sociale functie in het leven rond Banam Bay (5 dorpen).
We zijn twee jaar geleden in Banam Bay geweest en er is,
behalve de kliniek, weinig veranderd. De kinderen lopen nog steeds in zo
goed als versleten kleding en er staan nog steeds kleine en simpele hutjes.
Dat is echt een verschil met onze vorige standplaats op Ambrym. De kinderen
en vrouwen vinden het leuk ons te zien en overal loop je te zwaaien en de
kinderen lopen een stukje mee en willen ook aan je haar voelen, want zij
hebben kroeshaar en stijl haar is heel anders natuurlijk.
Vanavond gaan we ook hier een DVD-film vertonen en we
zijn erg benieuwd naar de reacties van de mensen.
Het wordt weer een heel gezellige avond met enthousiaste
reacties van de lokale bevolking. Ons afscheid van het project MARC.
Zaterdag 29 augustus verlaten we om 07.30 uur onze
ankerplaats voor het eiland Wala en zetten de koers noordwaarts naar een
'nieuw' eiland 'Espirito Santo', meestal kortweg 'Santo' genoemd. Er is
18-22 knopen wind uit zuidoost, en we varen met een snelheid van 6-7 knopen
(x 1.8 km). Het is een mooie overtocht met af en toe een wat hoger golfje
dat in de kuip spattert, maar prachtig weer verder. We varen tussen Bokissa
en Tutuba eiland door en dan valt de wind wat weg, maar nog genoeg om door
te varen naar Aiséri Baai aan de oostkant van Aore eiland waar we om 12.00
uur ons anker laten vallen. We hebben het projectteam inmiddels verlaten en
varen nu met de 'Johanna' op. En rond 5 uur komen Adrie en Johanna even een
drankje en hapje halen op het door iedereen in ere gehouden 'happy hour'.
Zondag worden we al vroeg opgeroepen door de bemanning
van twee andere Nederlandse jachten. We wisten dat ze in de buurt moesten
liggen, maar ze melden zich nu via een mobiele marifoon en melden dat zij op
Aore eiland in het huis van de Australiër Kevin zijn en dat ook wij worden
uitgenodigd voor de koffie.
Dat is een onverwacht gebeuren en we zitten al snel in de
dinghy naar de kant en op aanwijzing lopen we in 10 minuten de andere
Nederlanders in de armen. Leuk elkaar weer te ontmoeten en ook de
kennismaking met onze gastheer Kevin is prettig en interessant. Kevin is
eigenaar van een groot gedeelte van het Aore eiland en heeft daar vleesvee
op grazen. 'Santo' is bekend om de 'Santo steaks' (biefstukken) en een
gedeelte komt van het vee op Aore eiland. Het vee graast tussen de palmbomen
van de kokosnootplantage en Kevin heeft er inmiddels een prachtige collectie
rondlopen.
Dichter bij zijn huis heeft hij schapen lopen waaronder
een aardige club Tesselse schapen (uit Nederland dus). Hoewel we uit de
gesprekken de indruk krijgen dat dit vee voor een best aardig inkomen zorgt,
is dit slechts een 'hobby' van hem. Kevin heeft in Australië een software
bedrijf en verkoopt redelijk succesvol software pakketten. Zijn zoons runnen
de dagelijkse gang van zaken van het bedrijf maar hij is ook regelmatig op
stap voor het leggen van nieuwe zakelijke contacten.
Het huis heeft een prachtig uitzicht over de baai waar
wij geankerd liggen en is een mooi ontwerp met veel locale materialen en
ideeën (hard hout, gevlochten riet, etc.). Een aantal jaar geleden heeft
Kevin uit eigen middelen een schoolgebouwtje neergezet en twee van de drie
leraren worden door hem betaald. 's Morgens zendt hij een busje het eiland
over die alle kinderen van verder weg op moet halen, en er gaan heel wat
schoolkinderen in een 10-persoons busje! Een gedeelte van hun ouders werkt
voor Kevin op de plantage, maar de school is er voor alle kinderen. Een
interessant iemand dus, die Kevin!
Zaterdag 6 september vertrekken we vanaf de ankerplaats
voor Luganville naar Tutuba Island. In ons boekje staan rond dit eiland twee
interessante duikstekken, dus we gaan op zoek. Rond het eiland ligt een
uitgebreid rif, we ankeren vlakbij een doorgang en 's middags gaan we met de
dinghy erop uit voor een verkennings-snorkel. Het rif ziet er gevarieerd en
redelijk onbeschadigd uit. Zondagmiddag de duikspullen mee voor een duikje
op de noordpunt van het eiland. Opvallend en nieuw voor ons zijn de
'sea-whips', lange stengels van wit koraal.
Maandagmorgen krijgen we bezoek van 'Missie' die in het
dichtstbijzijnde dorp woont. Er wonen vier uitgebreide families op het
eiland en er is een lagere school, de leerlingen voor voortgezet onderwijs
moeten naar Luganville. Missie zegt toe wat pompelmoessen en kokosnoten
langs te komen brengen en in ruil daarvoor geven we hem vislijn en
vishaakjes. Het blijkt een visrijk rif te zijn, de mannen vissen er
dagelijks. Opnieuw maken we een duik op de punt van Tutuba, het blijkt een
mooie stek te zijn, diepe geulen met daarin goed koraal en volop gekleurde
visjes. De buitenboordmotor van de dinghy start wat traag en slaat snel af,
dus daar moet even naar gekeken worden. Dinsdagmorgen gaan we iets meer
zuidwaarts langs Tutuba liggen. Er komen nu diverse kano's met kinderen
langs. Zij hebben papaja's, bladgroenten en tomaatjes bij zich en hopen
natuurlijk iets in ruil daarvoor te krijgen. We maken pakketjes met
potloden, puntenslijper, opschrijfboekjes, ballonnen en wat snoepjes. Goede
deal blijkbaar want de volgende dag opnieuw een kano langszij en in hun
enthousiasme om pompelmoessen, kokosnoten en limoentjes aan boord te leggen,
verliezen ze het evenwicht en kapseist de kano. Twee kleine jongens zwemmen
direct naar de achterkant van de 'Alexandra' waar ze op het zwemplateau
klimmen. De twee iets oudere meisjes kunnen blijkbaar niet zwemmen en raken
een beetje in paniek.
Ze hebben zich aan de zijkant van de 'Alexandra'
vastgegrepen, maar kunnen daar geen kant op. We trekken ze voorzichtig naar
achteren tot ze los kunnen laten en we ze ook op het zwemplatformpje
krijgen. De jongetjes staan te klappertanden en het was duidelijk even
schrikken voor ze. We geven ze wat koekjes en Hans springt in de dinghy om
de kano en de daaromheen drijvende pompelmoessen op te vissen. Ik maak snel
even een plastic zakje met spulletjes voor ze klaar en dan brengt Hans ze in
de dinghy met de kano op sleeptouw terug naar de kant. Dat was een heel
avontuur natuurlijk!
Donderdag gaan we op weg we naar 'Million Dollar Point',
dit is het punt waar de Amerikanen na de Tweede Wereldoorlog hun materieel
(tegen een mogelijke aanval van Japan) in het water reden omdat noch
particulieren noch de Regering van Vanuatu destijds ook maar iets wilden
betalen om de jeeps, landingsboten, etc. over te nemen. Na bijna 60 jaar
ligt het grootste gedeelte van het materieel nog steeds slechts een paar
meter onder water en hoewel verroest en voor een gedeelte uit elkaar
gevallen, is er op veel plaatsen inmiddels prachtig koraal op gegroeid. Het
is een populaire snorkel en duikplaats voor de toeristen en ook wij willen
er een kijkje onder water nemen. Het blijkt echter 'lage wal' te zijn en er
staat een flinke swell (golfslag) zodat we het niet aandurven hier voor
anker te gaan. Het is prachtig zonnig weer en we besluiten door te varen
naar Luganville. Daar komen we op de ons inmiddels bekende ankerplaats en er
liggen nog twee andere zeilboten.
Vrijdag een wandeling van 15 minuten naar de stad en nog
eens 15 minuten om naar de andere kant van de stad te komen. Onderweg doen
we de supermarkt aan en op de terugweg de markt met weer volop groenten en
fruit. Pompelmoessen hebben we nog genoeg, maar verse boontjes is altijd
lekker en ook tomaten en komkommer blijven een attractie.
Terug aan boord zijn er nog wat klusjes te doen en zoals
inmiddels een beetje gewoonte hebben we over en weer op de 'Johanna' en de
'Alexandra' ons dagelijks Happy Hour waar we o.a. onze plannen voor de
volgende dag bespreken.
Zaterdag rond 09.00 uur naar de kant en bij de markt in
de stad maken we een afspraak met de chauffeur van een truck om ons voor 500
Vatu (fl. 7.50 = E 3.50) naar Million Dollar Point te rijden. We hebben
snorkelspullen bij ons en ook Colin en Janis met hun twee zoontjes van een
Australische boot doen mee aan de expeditie. Na een kwartiertje worden we
bij een pad naar het strand afgezet en we spreken af dat de chauffeur ons
over 2.5 uur weer op komt halen. Het is inmiddels laag water en op het
strand zien we al allerlei verroeste onderdelen van tanks en jeeps liggen.
We zoeken een plekje voor onze handdoeken en kleding en gaan dan een kijkje
in zee nemen. Het is inderdaad indrukwekkend. We zwemmen over het wrak van
een schip en op de diverse onderdelen zitten prachtige koralen in wit, roze
en rood en ook zwarte softkoralen. Heel indrukwekkend en eigenlijk hadden we
ook hierheen onze duikspullen mee moeten nemen omdat veel koraal verstopt
zit en het vrij veel adem en energie vergt iedere keer zo diep onder water
te gaan en op je kop hangend onder de verschillende kleppen en onderdelen te
kijken. Maar het is een bijzondere ervaring en wellicht kunnen we met een
gunstiger wind of helemaal geen wind nogmaals proberen hier te ankeren en
dan met de duikflessen een kijkje te nemen.
Maar alleen deze ervaring al is prachtig en terug op het
strand warmen we ons in de zon en smaakt de koffie uit de thermosfles
heerlijk. Adrie heeft bananen bij zich en Janis heeft muffins gebakken. Het
is een gezellige happening en we zorgen dat we om 12.30 uur weer aan de weg
staan en ook onze chauffeur heeft zich keurig aan de tijd gehouden.
Maandag om 08.15 u staan we met onze duikspullen op de
kant om te gaan duiken op het wrak van een ruim 200m lang cruiseschip, de SS
President Coolidge. Gebouwd als luxe cruiseliner werd het schip in de Tweede
Wereldoorlog geconfisceerd en ingezet om Amerikaanse troepen te vervoeren.
In de Solomons eilanden werd door Amerika tegen de Japanners gevochten en
het gebied rond Santo in Vanuatu was de back-up voor dit front.
In de ochtend van 26 okt. 1942 zonk de President Coolidge
in 85 minuten na door twee Amerikaanse mijnen geraakt te zijn. Er waren op
dat moment 5000 man aan boord, slechts twee man zijn verdronken. In de jaren
60 zijn er bergingswerkzaamheden verricht en werd het een en ander uit het
op de zij gevallen schip gehaald. Daarna bleef het wrak voor Jan en alleman
liggen. Inmiddels is het een beschermd monument en mag er niets meer aan
gesloopt of meegenomen worden. Wel zijn er vier duikcentra die dagelijks
tochten naar de Coolidge organiseren. Het is namelijk een indrukwekkende
duikervaring. Veel interieur is nog aanwezig, nieuwe koralen hebben zich
gevormd en volop tropische vissen rond het wrak. Prachtig allemaal! Omdat
het wrak op 'loopafstand' van het strand ligt worden we met een busje
opgehaald. We kunnen dan op het strand de duikspullen in orde maken, en
waden in een paar minuten zo naar het boeitje dat aan de boeg van het wrak
vast zit. Langs de boeglijn zitten we enkele minuten later op 25 mtr diepte
en zien we de geschutskoepels van de boordkanonnen al. Deze duiken worden
altijd onder leiding van een ervaring 'dive-master' gemaakt, deze kent het
wrak perfect en leidt ons door allerlei vertrekken. De eerste duik
voert over het promenadedek en langs de stuurboord zijkant van het schip.
Hier zien we al verschillende door de bergers achtergelaten restanten
(kogelhulzen, geweren, helmen, aardewerk etc.)
De tweede en derde duik zijn echte wrakduiken en we
worden door onze gids diep het wrak binnengeleid. We zien ondermeer de
eerste class lounge (met enorme plafond lampen en een kunstreliëf van een
dame met eenhoorn), de brug met instrumenten, de captains cabin met privé
bad en toilet, werkplaats met gereedschap, beauty salon met kappersstoel en
spiegels. Het is een heel avontuur om door het stelsel van gangen en gaten
je weg te vinden! Gelukkig hebben we een goede gids die dit wrak al jaren
dagelijks bezoekt. Omdat dit vrij diepe duiken zijn (40 en 35 mtr), blijven
we na de duik nog geruime tijd op geringere diepte (10, 6 en 3 mtr) genieten
van de prachtige koraaltuin rondom het wrak. Na de drie duiken zouden nog
wel meer van het schip willen zien, maar we willen ook weer verder, dus voor
een eerste kennismaking met de Pres Coolidge laten we het hierbij.
Net om de hoek bij 'Million Dollar Point' ligt een mooi
beschermde baai en daar zijn we voor anker gaan liggen. Op de kant veel
kokospalm plantages met daartussen op het gras mooie vleeskoeien voor de
beroemde 'Santo steaks'. Ook wordt er hier experimenteel koffie verbouwd en
we lopen naar de fabriek waar de bonen gebrand en verpakt worden. Aardige
mensen weer en we worden uitgenodigd een kopje koffie te proeven. Het
probleem met de koffieteelt is dat het moeilijker is om Arabica koffie te
telen en deze heeft nu juist de fijne smaak waar een grote afzetmarkt voor
is. De Robusta koffie is wat groffer en heeft een minder verfijnde smaak,
deze is echter gemakkelijker te telen. De 'Vanuatu' koffie voor de export
naar met name Japan en Taiwan is 60% Arabica en 40% Robusta koffie, een
prima mengsel voor een lekker potje koffie. Direct vanaf de fabriek krijgen
we een zeer redelijk prijsje, dus dat kunnen we niet laten liggen.
Op het meer zuidelijke eiland Tanna hadden we al 'Tanna'
koffie gekocht en geproefd, iets duurder maar dit blijkt 100% Arabica koffie
te zijn. Het zou voor een land als Vanuatu economisch gezien natuurlijk
prachtig zijn als het op een wat grotere schaal goede koffie zou kunnen gaan
exporteren.
Voor bij de koffie bakken wij nog steeds regelmatig
muffins. Op het moment gaan er bananen in, want die krijgen we erg veel en
allemaal tegelijk rijp natuurlijk. Wel heerlijk van smaak, lekker sappig en
zoet. Als ontbijt starten we vaak met papaja, een gele zachte vrucht waar
niet zo heel veel smaak aan zit maar met een uitgeperst limoentje erover,
erg lekker. Verder mooie grote pompelmoessen in een heel dikke schil, het
vruchtvlees is heerlijk zoet. Dan nog jonge kokosnoten die je even moet
slopen om het water eruit te kunnen drinken, ook niet heel veel smaak van
zichzelf maar toch heerlijk verfrissend en dorstlessend. Op de kant zien we
veel mangobomen maar daarvoor zijn we nog te vroeg, de bloei is net
afgelopen en we zien al wel volop vruchtjes, maar dat duurt nog een aantal
maanden.
We bakken nog steeds ons eigen brood en in Luganville
hebben we Tapioca meel gekocht om pannenkoekjes van te maken. Yoghurt komt
uit een zakje en moet goed vermengd worden met een liter water. Dan
gedurende 12 uur in een geïsoleerd containertje waar ook kokend heet water
in gaat. Na 12 uur uit het containertje en nog een aantal uur in de koelkast
en happen maar! Verder staat er regelmatig een vat bier te pruttelen of
staan we flessen te desinfecteren en na te spoelen voordat het biermengsel
er voor de tweede fermentatie in geschonken kan worden. We houden onszelf
dus wel bezig en we hopen binnenkort weer eens een vis te vangen. We hebben
nog geen gelegenheid gehad vis te roken op het 'Manuka'-zaagsel uit Nieuw
Zeeland.
Donderdag 25 sept. om 09.00 uur verlaten we onze
ankerplaats en varen voorzichtig door de pas in het rif dat als ondiepste
punt 4.8 meter aangeeft. Dat is genoeg voor ons, de diepte van ons kiel is
2.5 mtr., maar de pas is niet breed en er liggen volop koraalpunten. Hans
staat voorop de boot en geeft aan of we iets meer naar rechts of links
moeten. Vanaf het roer houd ik de dieptemeter in de gaten en volg de
aanwijzingen vanaf de boeg. Er staat een rustig windje en er is een beetje
swell, en met alleen het grootzeil varen we met een snelheid van 5-6 knopen
naar onze volgende bestemming. Onderweg hebben we een vislijntje uitstaan,
maar we hebben geen geluk. Als we de baai van 'Hog Harbour' invaren zien we
een prachtig bijna wit strand, het beroemde 'Champagne Beach' uit de
folders. Dit is wellicht het mooiste strand van Vanuatu en met uitzicht
daarop zoeken wij een plekje om te ankeren.
Vrijdag 10.00 uur met de dinghy naar het strand voor een
wandeling van 45 minuten naar Hog Harbour, het dorp aan de andere kant van
de baai. Het blijkt dat je daar ook met de dinghy aan kunt leggen, dus
wellicht voor de volgende keer. Van andere jachten hebben we via de radio
gehoord dat er op de Banks eilanden al 4 maanden geen voorraden zijn
gebracht en dat er behoefte aan eigenlijk alles is. De 'chiefs' vragen de
jachten die nog komen spullen mee te nemen en zijn bereid daar ook voor te
betalen. We bestellen bij de locale shop flink wat rijst, suiker, meel,
zeep, batterijen (voor de korte golf radio) en petroleum (voor de
olielampen).
Niet alles is op voorraad, maar we hebben goed contact
met de eigenaar van de winkel, zoon van de landeigenaar, tevens locale
transporteur met een open truck. Dagelijks rijdt hij naar Luganville en kan
dus voor de spullen zorgen. Ook zal hij ons een 'speciale' prijs berekenen
en wil hij nog wat Nieuw-Zeelandse geld voor ons wisselen dat nu mooi voor
dit project ingezet kan worden. Ook met zijn vrouw maken we kennnis en als
welkomstgeschenk krijgen we papaja's en kokosnoten. Ze hebben vier kinderen
en we hebben een mooie rode frisbee bij ons. De namen van de kinderen worden
er met viltstift ingeschreven en ze gaan er op het strand direct mee aan de
slag.
Zaterdag krijgen we voor het strand gezelschap van
'Freija', een van de andere Nederlandse jachten die dit seizoen in Vanuatu
rondzeilen. Zij komen zojuist van de Banks eilanden terug en hebben daar een
mooie tijd gehad. Van hen horen we op welke eilanden de meeste behoefte aan
rijst is en wie wij daarvoor het beste kunnen aanspreken.
Om 14.00 uur trekken we me alle Nederlanders (6) en twee
dinghy's naar het eiland tegenover 'Champagne Beach' om te snorkelen en een
mooie duik langs de steile wall aan de zuidkant van het eiland te maken. Om
5 uur verzamelen we met de bemanningen van inmiddels vijf voor anker
liggende jachten op het strand om daar ons 'Happy Hour' te genieten en
tevens kennis te maken met de Australische en een Amerikaanse nieuw
aangekomen jachten.
Dinsdag komen twee boten met gezinnen bij ons in de baai
ankeren en eind van de dag hebben we een gezellige party op de 'Champagne
Beach'. Er is volop popcorn en er zijn door iedereen wat hapjes gemaakt. We
rennen met elkaar om het hardst om de frisbee te bemachtigen, en af en toe
moet iemand het water in om de frisbee van verder wegdrijven te redden. Ook
gezellig bijpraten natuurlijk en rond 18.00 uur komt Bill, onze locale
leverancier, met zijn vrouw en kinderen en neefjes de spullen brengen die
wij voor de Banks eilanden besteld hebben. De trays met rijst, suiker, meel,
batterijen en wat flessen petroleum zijn snel aan boord van de dinghy's van
de 'Johanna' en 'Alexandra' getild en ook de locale kinderen houden van
popcorn en rennen achter de frisbee aan. We hebben nog zeker een uur voor
het donker wordt en het is leuk om zo met een locale familie een ontmoeting
te hebben. Bill en vrouw Warem hebben vier kinderen, twee dochters van 13 en
11 jaar, een zoontje van 7 en een dochtertje van 6 maanden. De twee neefjes
zijn 5 en 7 jaar. Als het donker wordt nemen we afscheid en kijken terug op
een zeer geslaagde happening.
Woensdagmorgen 1 oktober verlaten we 'Champagne Beach' en
zeilen rustig aan in een paar uurtjes noordwaarts naar Port Olry. Dit is een
nog mooiere ankerplaats dan voor 'Champagne Beach' en we liggen nog meer
beschermd tegen de 'swell'. Midden in de baai ligt een klein eilandje en
daarachter kan geankerd worden. Wederom twee prachtige stranden en fraaie
Pacific kleuren in het water. We maken een 'broodvrucht' klaar als lunch en
dat blijkt een heerlijk maaltje te zijn. Het slopen van een broodvrucht is
nog een hele klus, maar als de parten in de koekenpan een bruin korstje
hebben gekregen, smaakt ze heerlijk zoet, een beetje naar gebakken banaan.
Donderdag gaan we met z'n vieren in de dinghy naar het
buitenrifje en snorkelen daar een half uurtje rond. Heel aardig koraal en
ook mooie visjes. Om te duiken is het echter niet diep genoeg en we varen
terug de baai in.
Naast het eilandje zien we een aantal 'bommies'
(koraalkoppen) staan en ook daar is het leuk tussen en onder door te
snorkelen. Helaas zien we geen witte sprieten die op de aanwezigheid van een
(verborgen) kreeft wijzen. Ook zijn er geen echt grote vissen, maar het is
een mooie locatie. 's Middags varen we naar een van de strandjes op het
grote eiland en gaan daar op zoek naar de zoetwatermeertjes die daar zouden
moeten zijn. Het eiland wordt met name als graasgebied voor vee gebruikt
hoewel er op dat moment slechts een koe door ons wordt waargenomen. Na zo'n
20 minuten lopen komen we bij een redelijk groot meer, groter dan we
verwacht hadden met inderdaad zoet water. Het duurt niet lang of we
klauteren over een aantal boomstammen om snel in lekker diep en aangenaam
water te komen.
Vrijdag is er volop zon, maar geen wind. We wachten op
een lekker windje van zo'n 20 knopen om naar de Banks eilanden te varen.
Deze liggen ruim 50 mijl van Port Olry vandaan en daar hebben we even een
goede wind voor nodig. Maar op zich geen probleem, we blijven achter ons
eilandje liggen en de ochtend besteden we aan de diverse klussen aan boord.
's Middags zwemmen we naar een binnenrifje een paar
honderd meter achter onze boot en dat blijkt ook weer erg grillig en
gevarieerd te zijn. Happy Hour is vandaag aan boord van de 'Johanna' maar
voordat we daarheen vertrekken doen we voor de zekerheid alle ramen en
luiken aan boord even dicht. Het is in de loop van de middag aardig bewolkt
geworden en daar zou wel wat regen uit kunnen vallen. Meestal van korte
duur, maar toch beter om niets binnen te krijgen.
Zondag 5 oktober staat er nog steeds weinig wind, maar we
besluiten toch te vertrekken. In eerste instantie naar het eiland naast de
top van het eiland Espiritu Santo, maar we besluiten door te varen en al
sukkelend de volgende morgen vroeg op Santa Maria/Gaua eiland aan te komen,
het meest zuidelijke eiland van de Banks groep. Begin van de avond zien we
echter wat donkere wolken op ons afkomen en niet lang daarna begint het
rustig aan te regenen. Voor ons is dat niet verkeerd. We sluiten ramen en
luiken en genieten van deze kans het schip weer eens lekker schoon te
spoelen. Het regent hier al ruim twee maanden niet, dus laat maar stromen!
Ook komt er iets meer wind met de gebruikelijke wind-shifts (onverwachts
draaien van de wind en als je de zeilen aangepast hebt weer terug,
enzovoort). Maar we blijven in de goede richting gaan en na de regenbui is
het heerlijk koel. Rond 09.00 uur 's avonds staat er een stabiel en lekker
windje en we denken nu toch wel wat eerder dan de ochtend aan te zullen
komen. We hebben een ruime halve maan en wellicht dat we daarmee nog net
voor anker kunnen.
De zee wordt wat onrustiger en ook de 'Alexandra'
schommelt in dat onregelmatige ritme. Wel houdt ze er de vaart in en even na
12.00 uur 's nachts komen we in de 'windschaduw' van Gaua eiland en is er
geen vervelende golfslag meer. De laatste mijltjes glijden we vooruit en
'Ontar Bay' ligt vrij open zonder rotsen of rif waar we voor uit moeten
kijken. Even voor 02.00 uur laten we het anker vallen. Als we in het donker
de zeilen moeten strijken en het anker in orde maken, hebben we altijd een
deklicht aan en ook het zoeken naar een geschikt ankerplaatsje doen we met
een goede schijnwerper. Op de kant is onze komst daardoor niet onopgemerkt
gebleven en we horen wat welkomstkreten. Niet duidelijk waarvandaan precies,
maar we seinen een paar keer naar de kant en gaan lekker naar binnen, nemen
nog wat te eten en te drinken en dan onder ons lakentje, want meer is echt
niet meer nodig 's nachts.
De volgende morgen peddelen er al verschillende kano's
rond de boot en we maken kennis met 'chief Henry'. Voor hem hebben we rijst,
suiker, meel en zeep bij ons. Via een andere Nederlandse boot hebben we zijn
bestelling doorgekregen. De eilanden in de Banks groep verdienen hun geld
met 'kopra', op ovens gedroogde kokosnoten, die door kopraboten worden
opgehaald. De kopraboten zijn in handen van Chinezen en de locale bevolking
krijgt een bepaald bedrag per mud kopra, maar meestal wordt een gedeelte
direct omgezet in rijst en andere etenswaren die het Chinese schip bij zich
heeft. Echter, er is al vijf maanden geen kopraboot bij de Banks eilanden
geweest en de meeste voorraden zijn uitgeput. Met de jachten kan er meestal
wel wat gehandeld worden, maar bijna niemand heeft zoveel extra bij zich,
dus meestal is het mondjesmaat ruilen. Nu lijden de mensen op de Banks
eilanden gelukkig geen honger want de meeste 'tuinen' staan er goed bij en
er is volop groente en fruit, maar rijst, meel en suiker worden niet
verbouwd en ook batterijen, zeep en petroleum moet van 'buitenaf' komen.
Er komt 's morgens ook een meisje/jonge vrouw met haar
broertje langs en ze vraagt om vishaakjes en lijn. We hebben mooie setjes
aan boord en geven haar daar ook een van. We vragen of ze ons wat verse
kokosnoten kan brengen en pompelmoessen, maar de mensen zijn over het
algemeen vrij verlegen, zeker de vrouwen, dus een duidelijk antwoord krijgen
we niet en we wachten maar af of ze nog terug komt.
's Middags nemen we een kijkje op de kant en 'chief
Henry' leidt ons rond in zijn village. Er staat een prachtig kerkje, een
project van de Anglicaanse kerk, maar door de locale bevolking zelf gebouwd.
De ramen, banken en alles is perfect afgewerkt en de sfeer is zeer
rustgevend en vredig als je hier binnenstapt. Een groot verschil met andere
kerken die we op de verschillende eilanden gezien hebben. Deze plaats valt
op door een zeer grote verzorging en oog voor detail. Het dorp ligt iets
hoger dan de baai er zijn diverse uitkijkplaatsen vanwaar al van verre een
zeilboot of een kopraboot gezien kan worden. In het dorp staan veel mooie en
schaduwrijke mangobomen, maar helaas we zijn nog wat te vroeg voor de rijpe
mango's.
Weer terug aan boord komen er rond vijf uur weer
verschillende kano's langs met mensen om een praatje te maken en wat
groenten en fruit te handelen. Ook zien we een kano met vijf personen
naderen en voorin blijkt het meisje te zitten aan wie we 's morgens een
setje vishaken en vislijn hebben gegeven. Ze heeft haar vader, twee
broertjes en een oom bij zich en het blijken bijzonder aardige mensen te
zijn. Ze verassen ons met een zak vol zoetwater garnalen die ze vandaag uit
de rivier hebben gevist. Kop, staart en sprieten er nog aan natuurlijk! Het
is leuk met deze familie te praten en we kunnen over en weer leuk 'zaken
doen'. Als ook zij weer vertrokken zijn, begint het donker te worden en we
bekijken de vangst garnalen. In de plastic zak is het een gekrioel, dus
verser zullen we nooit garnalen kunnen eten. We zetten een flinke pan water
op en als het water kookt, moeten we de garnalen daar ingooien. Een aantal
blijven tegenstribbelen en moeten we even met een keukentang de pan
inhelpen. 15 Minuten later mogen ze er weer uit en er is er geen een meer
die tegenstribbelt. Dan begint voor ons een slooppartij, maar we houden er
mooie en forse garnalen aan over. We nemen er een glaasje witte wijn bij en
een heerlijk vissausje en laten ons dit hapje goed smaken.
Dinsdag hebben we om 10.00 uur 's morgens met de dames
van het dorp afgesproken op het strand. Behalve Adrie en Johanna van de
'Johanna' met wie wij nu samen opvaren, is er een Amerikaans jacht met een
echtpaar en een (blank) kindje van 1 jaar, dus dat trekt veel aandacht! Er
is daar een lagune met kniediep water en na kennisgemaakt te hebben en over
en weer wat verhaaltjes en grapjes uitgewisseld te hebben, gaan er zes dames
het water in en starten een demonstratie 'watermuziek'. Ze staan naast
elkaar in het water en bewegen hun handen synchroon en ritmisch door het
water. Er ontstaat een hoop gespetter, maar ook duidelijk verschillende
klanken. Echt heel bijzonder en creatief! 'Plong' en 'pluf'-geluiden
wisselen elkaar af en de ritmiek maakt er een mooi geheel van. Na een/twee
minuten wordt het deuntje met een paar mooie diepe 'ploefs' afgerond. We
krijgen zo zes hits te horen, de demonstratie duurt ongeveer 20 minuten, en
dan proberen we er natuurlijk achter te komen wat precies de techniek is.
Woensdag vertrekken we verder noordwaarts naar Bushman's
Bay aan de NW-hoek van Gaua. Dit blijkt een mooie baai te zijn en leuke
gully's met redelijk goed koraal en vrij veel vis om over heen te snorkelen.
Eind van de middag komt er een kano langs om te handelen. Tomaten en
citroenen, maar ook houtsnijwerk in de aanbieding. De meeste vraag is naar
zeep om te wassen, rijst en suiker en we kunnen weer van twee tevreden
mannen afscheid nemen. Iets verder in de baai leven drie gezinnen en ook
hier blijkt de kopraboot (en aanvulling van de voorraden) al maanden niet
langsgeweest te zijn. We hebben een heerlijk rustige nacht.
Om 09.00 uur de volgende dag starten we de oversteek naar
Vanua Lava, het volgende eiland in de Banks groep. Het is een prachtige
zonnige dag met een halve wind van 15-18 knopen. De zee is rustig en we
hebben een schitterende zeiltocht. We vinden een rustige ankerplaats in
Vureas Bay vlak voor een strand met palmen, het blijven Pacific plaatjes
hier.
Vrijdag maken we kennis met diverse bewoners van deze
baai. Ze vinden het altijd weer mooi een paar keer om de 'Alexandra' heen te
peddelen en alles goed te bekijken en dan willen ze weten waar we vandaan
komen, hoe we heten, hoe lang we blijven, etc. En ook wij informeren naar
familieomstandigheden, gardens, de village, het weer, etc. Meestal komt het
wel tot wat handelen: de tuinen blijken er overal goed bij te staan en
pompoenen en boontjes zijn een goede ruil voor zeep, rijst en suiker. Ook in
tijdschriften is men geïnteresseerd, er is niets van dat alles beschikbaar
op de Banks eilanden. Onze Engelstalige tijdschriften hebben we inmiddels al
elders achtergelaten, maar een tijdschrift met zeilfoto's vinden ze ook
mooi, en zo weten we nog steeds voor ieder wat wils uit het schip te halen.
Om 16.00 uur varen we met Adrie en Johanna naar het
strand en worden we opgewacht door chief Godfrey en zijn familie. We zijn
uitgenodigd om bij hem te komen eten. De familie van de chief heeft een
klein 'resortje' aan het strand met een stuk of zes 'bungalows' en een soort
restaurantje waar de gasten en eventueel 'yachties' kunnen eten. Maar de
chief en zijn familie maken er een gewoonte van alle yachties in de baai een
welkomstetentje aan te bieden. We worden door zijn vrouw Veronica welkom
geheten en krijgen van een van de kleindochters een mooie bloemenkrans
omgehangen. Wij bieden onze cadeautjes aan (suiker, rijst, wat koffie, een
doosje zout, stukje luxe zeep) en van zowel Johanna als van ons een
gezellige schaal pannenkoeken met stroop! We worden aan de met tafelkleed,
borden en bestek gedekte tafel uitgenodigd en ook de chief en zijn vrouw
komen bij ons aan tafel zitten. Drie zonen met hun vrouwen en daar de
kinderen van zitten op een mat op de grond. Nu zijn de ni-Vanuatu (inwoners
van Vanuatu) gewend om op een mat te zitten en de tafel staat er alleen
omdat er in het resortje een eetgelegenheid voor 'blanke' gasten moet zijn
en die zitten meestal aan tafel en op houten banken. We hebben een gezellig
gesprek met de gehele familie over hun en onze situaties en op tafel staan
verschillende schalen met voedsel netjes onder een groen vliegennet. Na een
half uurtje wordt het net weggehaald en verlaten de vrouwen en een aantal
kinderen de ruimte (om voor henzelf te gaan koken blijkt achteraf). Het is
een heerlijk klaargemaakte maaltijd van locale groenten en fruit. Er is
tarro: een lichtgrijze knol in stukken gesneden, er is zoete aardappel, er
is 'island cabbage': groene bladeren in kleine stukjes gesneden en met wat
corned beef en een lente-uitje gekookt, er is papaja in kokoscream en een
locale 'lap-lap' (wat daar precies inzit weten we niet, maar het smaakt
goed). Er is water of een verse kokosnoot en ondanks dat het binnen in de
hut erg warm is, zitten we zeer met smaak te eten. Inmiddels gaat bij de
rest van de familie de schaal met pannenkoekjes rond en dat blijkt weer een
succes te zijn!
Na afloop schuiven twee zonen aan tafel aan en praten we
nog wat door over hun leven in Vureas Bay, de village, hun ideeën over de
toekomst, etc. Het is een bijzondere ontmoeting en we nemen met veel plezier
over en weer afscheid van elkaar op het strand voordat we weer terugvaren
naar de 'Johanna' en 'Alexandra'.
Zaterdag rond 08.00 uur hebben we de laatste contacten en
handel met de chief en zijn zoons en rond half 10 varen we op de fok rustig
aan de baai uit op weg naar een volgende bestemming.
Zondag 12 oktober liggen we in Waterfall Bay aan de
westkant van het eiland Vanua Lava in de Banks groep in het noorden van
Vanuatu. Er staat geen wind en volop zon en het belooft een warme dag te
worden. In de loop van de morgen pakken we de dinghy naar de kant en worden
daar welkom geheten door chief Kerely. Met zijn familie, broers en zwagers,
heeft hij een paar mooie grote hutten gebouwd en hij probeert daar een
resortje te runnen. De individuele slaapkamers zijn kleinere hutten en er is
een grotere ruimte met een tafel en banken waar gegeten kan worden. Alles
ziet er verzorgd en netjes uit. Er zijn nog een opslagruimte en een
kantoortje.
Vanaf het 'resort' lopen we in 10 minuten naar een
geweldige waterval, in feite twee watervallen naast elkaar met aan de voet
een zoetwaterbassin waar volop in gezwommen wordt. Het is zondag en voor de
mensen in het dorp is het een wandeling van 45 minuten naar de waterval.
Diverse families zitten op de rotsen rond het zwembassin. We lopen weer
terug met chief Kerely en maken ook kennis met zijn vrouw. We maken wat
afspraken over rijst en suiker en vertrekken dan weer naar de boten.
In de loop van de middag krijgen we een aantal mensen uit
het dorp met kano's langs en we kunnen nog heel wat mensen aan spulletjes
helpen. Een man komt met een heerlijke portie zoetwatergarnalen aan en we
zorgen dat ook hij met de nodige levensmiddelen naar zijn familie kan. En
ook met twee jongens die een kleine pompoen aanbieden en wat lente-uitjes
hebben we een leuk gesprek en we geven ze 'washing-soap' mee, waarschijnlijk
een verzoek van hun moeder. De jongens zelf willen wel wat vishaakjes en
lijn. De zoetwatergarnalen gaan, zodra het water kookt, de pan in en tijdens
ons Happy Hour met Adrie en Johanna zitten we gezellig te pellen en te
smullen.
Maandag is het bewolkt en we varen verder noordwaarts
naar een baai nabij het stadje 'Letelwut', een dorp van zo'n 100 mensen
blijkt later. Er liggen twee baaien voor de village, een is vrij ondiep en
wordt door de bewoners zelf gebruikt en een is net buiten het dorp en daar
liggen wij nu. De kano's moeten dus allemaal omvaren om ons te kunnen
bekijken en spreken, maar dat duurt niet lang. Als tweede komt de
plaatselijke priester van de Anglicaanse kerk, father Ezau, langs. Komende
woensdag krijgt hij de bisschop uit Sola op bezoek en de voorraden zijn
helemaal op, of we misschien wat koffie en suiker voor hem hebben. We zeggen
toe zijn dorp en de kerk te komen bezoeken en dan ook wat spulletjes mee te
nemen. Een van de kano's is uitgerust met een zeil en dat werkt goed.
Als we met de dinghy aan de kant komen, worden we al
opgewacht en de mensen helpen ons de bijboot in de schaduw te leggen. En dan
lopen we eerst over de rotsen over het strand en vervolgens via een
schaduwrijk pad door een stukje bos naar de village. Het is een keurig dorp,
overal zijn afscheidingen tussen de hutten gemaakt, de tuintjes zijn netjes
aangeharkt en nergens ligt los vuil. Achterin het dorp woont father Ezau en
we worden uitgenodigd onder de grote mangoboom. We bieden onze koffie,
suiker en melkpoeder aan en we verwachten na de wandeling van een klein half
uurtje eigenlijk een verse kokosnoot als verfrissing, maar dat zit er toch
niet in.
Na een kwartiertje rust lopen we via een andere weg
verder het dorp in. Bij de rivier zijn twee jongens pannen aan het schuren
met zand, dat is een werkje dat we vaak kinderen zien doen. We maken een
foto van hen en dat vinden ze prachtig. Een stukje verder zitten een aantal
vrouwen vis schoon te maken. De mannen zijn er vandaag met de 'speargun' op
uit geweest en er zijn een aantal mooie grote vissen geschoten. Ook in de
kerk en de school nemen we een kijkje. De juffrouw woont naast de school en
ze vertelt ons dat ze momenteel 24 kinderen in de klas heeft. We geven haar
een 'frisbeeschotel' waarmee de kinderen op het erfje rond de school kunnen
spelen. En dan wandelen we terug naar onze baai. Onderweg vragen er een
aantal mensen of we kerosine (petroleum voor olielampen) bij ons hebben en
we kunnen daar een aantal mensen aan helpen. Ook verkopen we hier wat van
onze voorraad rijst, meel en suiker.
Dinsdag lijkt een mooie zeildag te zijn en met 1 rif in
het grootzeil vertrekken we richting Sola, het administratief centrum voor
de Banks en Torres eilanden en de plaats waar we officieel Vanuatu kunnen
verlaten. We willen nog wel naar de Torres eilanden maar dat moet dan maar
illegaal, want na de Torres eilanden terugvaren naar Sola is precies tegen
de heersende ZO-wind in en dat doet niemand. We zijn in een uurtje of drie
in de baai voor Sola aan de oostkant van Vanua Lava en we zoeken op ons
gemak een ankerplaatsje. 's Avonds om 18.00 uur zien we op de kant een
heleboel lichten aangaan en we horen ook een generator draaien. Meestal zien
we slechts houtvuurtjes op de kant, soms wat olielampen en een heel enkele
keer een zaklantaarn. Tot 21.00 uur duurt deze luxe en dan wordt alles weer
donker en rustig in Sola.
De volgende morgen op verkenning. Een groot gedeelte van
Sola blijkt provinciaal overheidskwartier te zijn. Er staan een aantal
gebouwtjes van bank en postkantoor, politie en douane, provinciale
administratie, etc. Maar ook de huizen van de betreffende ambtenaren zijn
hier gebouwd, beduidend beter en luxer dan de woningen van de 'gewone'
dorpelingen. We zien gasflessen buiten staan die waarschijnlijk gebruikt
worden om op te koken en voor deze wijk levert van zes tot negen 's avonds
de generator elektriciteit. Ook is er een redelijk grote winkel maar wel met
een beperkt assortiment. Veel blikjes vis en vlees, uien, rijst, meel,
suiker, zeep en nog wat andere zeer basis levensbehoeften. Naast de winkel
staat een mooi overdekt marktgebouw maar dat is helemaal leeg. We vragen een
vrouwtje van de bank die net langskomt wanneer er markt is en ze verwijst
ons naar een groepje vrouwen dat iets verder langs de weg in de schaduw van
wat bomen op de grond zit. Ze legt uit dat de vrouwen voor een plaats in het
marktgebouw moeten betalen en de plaats onder de bomen is gratis. De dame
van de bank blijkt met een grote postzak op haar schouder op weg te zijn
naar het vliegveld om daar haar post en administratieve spulletjes af te
leveren en wellicht nieuwe instructies uit Port Vila te ontvangen. De
dienstfiets of -auto zijn nog geen bekend fenomeen hier, noch koeriers- en
besteldiensten.
's Middags nemen we onze formulieren en paspoorten mee
naar de kant en begeven ons eerst naar de douane om de scheepspapieren in
orde te krijgen zodat we met de juiste stempels Vanuatu kunnen verlaten.
Voor dit soort activiteiten moet je altijd ruim tijd uittrekken en erop
voorbereid zijn dat je veel formulieren met steeds bijna dezelfde gegevens
in moet vullen. Een formulier hebben we al aan boord ingevuld, dus dat
scheelt een half uur en de ambtenaar kan direct aan de slag.
Hij haalt zijn eigen administratie erbij en neemt de
nodige gegevens van onze formulieren over en vervolgens gaat hij achter zijn
bureau zitten om nog weer een formulier in te vullen en een rapportje te
schrijven. Alles gaat wel heel relaxed en we maken af en toe een praatje en
een grapje om te peilen of alles nog goed gaat. Na drie kwartier verlaten we
het warme kantoortje om vervolgens met onze paspoorten de politiepost te
betreden. In veel landen voert de politie ook de immigratietaken uit,
hetgeen in ons geval een stempel in ons paspoort betekent als teken dat we
zonder problemen en zonder schulden achter te laten, het land verlaten
hebben. Voor een nieuw land waar je weer tijdelijk wilt verblijven is dat
meestal een 'must' en het ontbreken van een 'vertrekstempel' levert minimaal
vertraging op en soms helemaal geen toegang. Dus is het beter alles steeds
netjes af te handelen, ook al komen sommige procedures je wat overdreven en
onnodig werkverschaffend over. De man van de paspoorten heeft niet meer de
juiste 'vertrekkaarten' voor ons om in te vullen, maar met een vette
ballpoint maakt hij van twee aankomstkaarten vertrekkaarten en kunnen wij
onze gegevens daar verder bijschrijven. Ook het datumstempel op de kaarten
en in onze paspoorten is niet erg goed te lezen maar met de ballpoint wordt
dat in orde gemaakt, dus als we nu nog even onze gegevens, die we zojuist
uitgebreid op de kaarten hebben ingevuld, nog een keer in een schrift willen
schrijven, is alles weer gebeurd. Het is wel leuk bij deze gelegenheid even
door het schrift te bladeren en te kijken hoeveel boten er dit seizoen nu
'uitgeklaard' zijn in Sola, een stuk of acht dachten wij zo te zien. Tussen
het schrijfwerk door hebben we de ambtenaar al verteld waar we zoal geweest
zijn in Vanuatu en dat we het een prettig land vinden met bijzonder aardige
mensen. Bij het dichtdoen van het schrift en het overhandigen van de
paspoorten begint de ambtenaar plotsklaps een toespraakje: 'Beste John en
Marrie, we zijn jullie zeer erkentelijk voor jullie komst naar Vanuatu ...
etc.' Dit hebben we nog nooit meegemaakt en het is enerzijds erg formeel,
maar ook wel erg gemeend en eigenlijk heel vriendelijk bedoeld. Ja, het zijn
toch wel aardige mensen hier in Vanuatu.
Donderdag 16 oktober vertrekken we conform de afspraken
voor 10.00 uur uit Sola en onze bestemming is het eiland Vatu Lava. In het
boekje wordt vermeld dat het slechte ankerplaatsen heeft, maar dat er mooi
duiken en snorkelen zou zijn, dus we gaan er maar eens kijken. Het is goed
zeilen met een rustig ZO windje. Mele Bay wordt gevonden en we zien al dat
er veel koraal op de bodem ligt, wel dood zo te zien. We laten het anker
vallen en nemen dan een duik in het water. Het anker blijkt niet ingegraven
te zijn maar achter een koraalkopje te zitten en helaas is er ook niet veel
koraal te bekennen. Waarschijnlijk zijn ook hier cyclonen schuld aan de
vernietiging van mooi en levend koraal. Anker op dus maar weer en we varen
terug naar de beschutte baai bij het plaatsje 'Letelwut'. We worden al snel
herkend en een meisje komt met haar broertje in de kano ons wat
pompelmoessen en kokosnoten brengen in opdracht van haar vader. Ze vraagt of
we nog ander fruit of groenten willen hebben en we vragen of ze 'eggplant'
(aubergine) heeft. Het meisje zegt dat dat in de tuin staat en dat ze
morgenochtend wel wat kan komen brengen.
Inderdaad is ze 's morgens vroeg weer terug bij de boot
en we ruilen de groenten tegen 'washing-soap' en geven haar voor haarzelf
een lekker stukje luxe zeep en wat kleine flesjes shampoo. Voor haar jongere
broertje hebben we twee potloden met een puntenslijper en haar oudere
broertje is blij met een klos touw om een zeil op zijn kano te maken. Adrie
heeft namelijk een aantal oude zeilen aan boord en heeft verschillende
jongens een flink stuk gegeven om een zeiltje van te maken.
Om 09.00 uur gaan we op weg naar Reef Island, een
uitgebreid stel riffen rond een lagoon. Hier moeten weer twee mooie
duikstekjes zijn, maar er staat erg veel wind, dus maar even op de locatie
zelf gaan kijken. Rond 10.00 uur staat er inmiddels meer dan 20 knopen wind
en dan wordt het toch wat moeilijk om op open zee te ankeren. Een rif biedt
weliswaar bescherming tegen te veel golven, maar niet tegen wind, dus het
moet een beetje rustig weer zijn. De duikbommies blijken buiten het rif te
liggen. Net te ver om met de dinghy heen te gaan en ook weer in te diep
water om met de 'Alexandra' te kunnen ankeren. Het zit niet mee met het
duiken de laatste tijd, we moeten het Reef Island laten liggen, helaas, en
we varen met een mooi gangetje door naar het eiland Ureparapara
(Ure-para-para) dat een (uitgedoofde) vulkaan is. Bij een eruptie is een
kant van de vulkaan weggeblazen en je kunt nu vanuit zee zo de krater
invaren. Helemaal aan het eind lig je heel beschut voor anker en daar is ook
het enige dorp van het eiland. In totaal leven hier 200 mensen, er is geen
airstrip en de 'yachties' worden dan ook steeds met veel enthousiasme
verwelkomd. Zeven kano's begeleiden ons naar de ankerplaats en iedereen is
razend nieuwsgierig naar weer een nieuwe boot. We maken met de vader van de
chief een wandeling door het dorp en als we bij het schooltje komen, lopen
er inmiddels heel wat kinderen achter ons aan. Er staan een aantal
klimtoestellen van hout gepionierd en we vragen de kinderen er op te klimmen
om een foto van hen te nemen. Groot feest natuurlijk en dan gaan ze een voor
een via de glijbaan naar beneden waar we ze met applaus en een ballon
opvangen. Voor de juf van de school hebben we een bal met daarop de landen
van de wereld getekend en potloden, puntenslijpers, opschrijfboekjes, een
leesboekje over onderwaterleven en een zakje ballonnen. Ook hier een keurig
dorp met een tappunt met stromend zoet water uit een rivier.
Zaterdagmorgen hebben we nog wat laatste handel aan de
boot en dan verlaten we Ureparapara weer.
Er is wat noordenwind op komst en pas bij de Torres
eilanden hebben we goede bescherming hiertegen. Vanaf Ureparapara is het 40
mijl naar het eiland Loh in de Torres groep. Het is geheel bewolkt en er
staat nog steeds ZO-wind, dus het is goed zeilen. Onderweg krijgen we drie
uitgebreide regenbuien over waarin de wind wat verder naar het oosten trekt,
maar we kunnen onze koers houden. Het regenwater is zowel voor ons maar nog
meer voor de eilanders zeer welkom. Het heeft al vier maanden niet geregend
en de zon staat bijna dagelijks fel te schijnen op hun groenten en fruit. Om
half 4 zijn we in de luwte tussen Toga en Loh eiland en we hangen nog even
een vislijn buiten, je weet maar nooit! En inderdaad een tonijntje had zelf
trek in een visje, maar wordt nu door ons via het achterdek aan boord
gehaald om straks in de pan te verdwijnen. Om 4 uur kunnen we ankeren aan de
westkant van Loh Island, weliswaar uit de wind maar toch met een nare swell
(zeedeining) die rustig zitten aan boord wat ongemakkelijk maakt. Maar wel
lekker tonijnfilet met bietjes (uit blik) en zoete aardappel gegeten!
Op zondag 19 oktober liggen we met noordenwind prachtig
in de baai en we besluiten met Adrie en Johanna naar de kant te gaan en een
wandeling naar het dorp te maken. We zijn echter in verwarring gebracht door
de diverse stipjes op de kaart en lopen zuidwaarts, terwijl later blijkt dat
het dorp aan de noordkant van Loh Island ligt. Het is een aardige wandeling
op een 'track' (paadje) door zo goed als onontgonnen bush. Na ruim een half
uur zien we dat er wat bomen zijn gerooid en er tuinen zijn aangelegd:
papajabomen, bananenplanten, cassave (maniok, van de wortels van deze plant
wordt meel gemaakt), maar alles staat de hele dag in de hete zon, bonen en
andere groene planten zien we niet staan. We vinden het 'pad' weer onder de
schaduw van de bomen en nog een half uurtje later komen we bij een
koraalstrand. Er staat een 'vissershut', een afdakje van bladeren en een
gevlochten mat op de grond, en een stookplaats eveneens voorzien van een
afdakje. We kijken rond of we iemand zien en geven ook wat schreeuwen om
onze aanwezigheid kenbaar te maken, maar er is niemand die daarop reageert.
We staan nu op de zuidpunt van het eiland en kijken naar het meest
zuidelijke eiland van de Torres groep: Toga eiland.
Er zit niets anders op dan weer terug te lopen, maar het
is een prettige wandeling en als we bijna weer terug zijn bij ons
vertrekpunt horen we stemmen en zien we een aantal mannen staan. Ze
vertellen ons dat op de zuidpunt geen dorp (meer) is, en ze vragen of wij
rijst en suiker te koop hebben. Het dorp ligt aan de noordkant tegenover de
airstrip dus heeft nog wel wat contact met de 'rest van de wereld', maar de
voorraden kunnen nog wel wat aanvulling gebruiken.
De nacht van zondag op maandag draait de wind weer naar
ZO en vanaf een uur of twee liggen we wel zeer oncomfortabel op de golven de
schommelen. Diverse malen moeten we ons bed uit om tikkende en rammelende
voorwerpen vast te zetten of handdoeken tussen glazen en ander bestek te
leggen. Zo erg hebben we het onderweg eigenlijk nog niet gehad. Maar ja, het
is donker en we zullen de nacht toch even af moeten maken. Maar om 06.00 uur
zijn we het helemaal spuugzat, gaat het anker op en varen we op de motor
tegen de 2 meter hoge golven in. Het is even stampen en schommelen van ruim
over stuurboord naar ruim over bakboord, maar na een uurtje lijkt het wat
rustiger te worden. We kunnen de fok bijzetten om wat wind op het voorschip
te krijgen en na twee uurtjes varen we in de pas naar Hayter Bay op Tegua
Island, een eiland noordelijker dan Loh Island. Deze baai is dieper en er
ligt een eiland voor dat de eerste swell van de zee opvangt. En tot onze
verbazing liggen er nog twee andere jachten voor anker. Wij dachten dat we
inmiddels alleen voeren.
Het is even secuur zoeken naar een zandplekje op de bodem
om het anker te laten vallen. Op het rif kan het anker zich niet ingraven en
de kans is groot dat het ergens achter een koraalkop vast komt te zitten met
als gevolg: beschadiging van het koraal en meestal veel moeite je anker daar
weer uit los te trekken. Het is een mooie baai met een strandje en palmbomen
en we komen weer een beetje tot onszelf. Potje koffie met muffins en we
voelen ons nog weer beter.
We maken kennis met Hans en Eva, een Duits stel, dat met
hun dochtertje Lola rond de wereld vaart. Zij melden dat aan deze kant van
het eiland slechts een familie woont en dat Lola veel met het jongetje van
de familie speelt, beiden zijn 3 jaar oud. Het andere jacht behoort aan een
Nieuw--Zeelandse echtpaar dat op doorreis is naar de Solomon eilanden.
Het is 's middags warm en we varen met de dinghy naar het
rif van het eiland om daar een kijkje te nemen. Helaas is ook hier zo goed
als al het koraal dood (zeker 95%), maar nog wel volop vis en ook wat
grotere exemplaren. Het is indrukwekkend een school zwarte 'schaduwen' onder
je door te zien glijden. Ook zien we een mooie tonijn, maar die kunnen we
met de blote handen niet te pakken krijgen. Het water koelt heerlijk af en
verfrist komen we weer terug aan boord.
Dinsdag overkomt ons iets dat niemand hier verwacht: het
is de nacht gaan regenen en het regent maar door, de lucht is helemaal grijs
en nergens een straaltje licht. We brengen de dag binnen door en dat komt
goed uit: we kunnen weer een vaatje bier bottelen. Eerst flessen spoelen in
desinfecterend sop, uit laten lekken, dan naspoelen in schoon water, weer
uit laten lekken. Overal een, twee of drie schepjes suiker in, afhankelijk
van de grootte van de fles, dan vullen vanuit het vat, dopjes er goed
opdraaien, etiketje erop met de soort bier en de datum van bottelen, flessen
voorzichtig een paar maal kantelen om het tweede fermentatieproces op gang
te krijgen. Goed luisteren of je nergens een fles hoort sissen en dan
voorzichtig onder de vloer in een van de vakken plaatsen. Pas na drie weken
op z'n vroegst kunnen we aan deze serie beginnen. 's Middags verslagje
zitten typen en mailtjes beantwoord.
Woensdag is er weer volop zon! We hangen alles lekker
buiten te drogen en dan kunnen we weer een duik nemen. Achter de boot liggen
een aantal aardige koraalkoppen en het is leuk van 'bommie' naar 'bommie' te
zwemmen. Al bij het te water gaan zien we een 'stingray', een gewone rog. De
ruitvormige platte grijze 'schaduw' beweegt zich sierlijk door het water. En
daar zien we een haaitje over de bodem zwemmen, er is hier zoveel vis dat we
niet bang hoeven te zijn dat hij ons als zijn prooi uitkiest. De rifhaaitjes
zijn soms wat speels, dus het is wel goed ze een beetje in de gaten te
blijven houden. En daar zien we onder een rots een paar witte sprieten naar
buiten steken. Dat duidt erop dat zich daar een kreeft bevindt. Kreeften
kruipen met hun lichaam onder een rots zover mogelijk in een holletje, maar
meestal zie je hun voelsprieten naar buiten steken. Een aantal zeilers heeft
een 'speargun' (onderwatergeweer, soort katapult met scherpe pijl die met
een stevige lijn aan de gun vastgebonden is). Een van de doelen is de kreeft
die meestal niet zo ver meer in zijn holletje onder de rots terug kan
kruipen en dan een pijl tussen zijn ogen krijgt. Adrie heeft een 'speargun'
aan boord, maar als er maar zo weinig kreeften zijn, vinden wij dat we er
eigenlijk helemaal geen recht op hebben, dus we zeggen lekker niets.
Hans ontdekt nog een schildpad maar die zijn meestal erg
schuw.
's Middags met hoog water gaan we met de dinghy naar het
strand en daar maken we kennis met Donald en Dorine en hun twee dochters van
15 en 17 jaar en hun zoontje Malakai. Het is een aardige familie en ze wonen
hier pas twee jaar. Donald heeft de grond van zijn oma geërfd en heeft
voorheen op het eiland Hiu, ten noorden van Tegua, gewoond. Hij vraagt of we
groenten of fruit uit de tuin willen hebben en als hij hoort dat we rijst,
suiker en meel bij ons hebben, zie je hem helemaal glunderen. We spreken af
dat we de volgende dag bij hoog water opnieuw naar het strand komen.
Donderdag gaan we met een leuk pakket naar de kant en we
worden natuurlijk al opgewacht. Donald heeft mooie papaja's, snakebeans en
kokosnoten klaarliggen en hij verrast ons met 'coconutcrabs'. De Torres
eilanden staan bekend om deze dieren en de coconutcrab vormt een bijna
dagelijks bestanddeel van het menu van de eilandbewoners. Donald is
waarschijnlijk pas op jacht naar de crabs geweest, want er hangen diverse
exemplaren aan de takken van een boom achter zijn hut.
Krabben leven meestal in de rivier op langs het strand
bij de zee. De 'cocnutcrabs' leven echter in het bos en voeden zich met het
vlees van kokosnoten. Ze smaken dan ook heel anders dan het vlees van zoet-
of zoutwaterkrabben, hebben we in de boekjes gelezen. Maar nu kunnen we dat
ook zelf gaan proeven. De 'coconutcrabs' zien er mooi uit met een paars en
oranje kleur schild. De poten zijn kunstig met een stevige liaan bij elkaar
gebonden en Donald vertelt ons even welke klauwen het meest gevaarlijk zijn.
Verder is het een kwestie van een grote pan water opzetten en als het water
kookt de krab zo snel mogelijk in de pan laten glijden. Dan zo'n 15 minuten
koken, de kleur van zijn schaal verandert van paars en oranje naar rood. Met
een tang vissen we de krab uit de pan en dan begint het grote sloopwerk. Het
vlees zit niet in het lichaam maar alleen in de poten en dan met name de
bovenpoten (dijbenen, heet dat allemaal zo?). Met een half uurtje hebben we
een mooie portie vlees voor twee krabcocktails, de rest van de krab
gaat overboord. Het is inmiddels 5 uur in de middag en het belooft een sjiek
'happy hour' te worden met een glaasje witte wijn en een knoflookmayonaise
sausje bij de krab. Aangezien het een tijd geleden is
dat we 'gewone' krab hebben gegeten, en dan meestal uit een blikje, is het
vergelijken van de smaak even moeilijk, maar we constateren dat het vlees
van de 'coconutcrab' wat zoet is en echt lekker smaakt.
Vrijdag 24 oktober is wederom een mooie dag. Adrie en
Johanna willen alvast doorvaren voor een stop op het Huon Reef op weg naar
Australië, maar over dat Reef vertellen we jullie later omdat we daar zelf
ook een stop willen maken, maar dan wel met volle maan. 's Middags gaan we
weer naar de kant en maken een wandeling naar o.a. de tuinen van Donald en
zijn familie. Een gedeelte daarvan staat er al mooi en geordend bij en met
een ander deel is hij nog bezig. Hij is hier immers pas twee jaar en is nog
volop aan het opbouwen. Onderweg door de tuin zien we een soort piramide
liggen gepionierd van stokjes, basis van 50 x 50 cm en hoogte ongeveer 70
cm. Dit blijkt een korf te zijn om een kip te vangen of te vervoeren.
Zaterdag rond 10.30 uur gaan we ankerop en varen met zo
goed als geen wind 2 mijl noordwaarts naar Hestreux Baai. Van hier pakken we
de dinghy naar de Hestreux Passage en hopen nog wat mooi koraal te zien. We
laten ons met de stroom door de pas drijven en kijken intussen goed rond.
Volop gekleurde vissen, maar weinig levend rif helaas. We passeren een klein
baaitje in de Passage en als we daar naar binnen zwemmen blijken er wel
zeven grote 'papegaaivissen' te zitten. Nu komen we deze vaker tegen en de
papegaaivis is op veel riffen met zand te vinden, maar dit waren wel erg
mooie en grote exemplaren. Papegaaivissen hebben prachtige pasteltinten van
lichtblauw tot roze, geel en violet, dus dit was wel weer een mooie
verrassing. Bijna vlak onder de boot zien we op het zand nog twee haaitjes
liggen. Eentje vlucht weg en verstopt zich achter een koraalkop.
Ons volgende doel is het meest noordelijke eiland van de
Torres groep, het eiland Hiu. Zondag 26 oktober 10.30 uur, er is weinig
wind, het is een kleine afstand die afgelegd moet worden, 7 mijl, en er is
tijd genoeg vandaag, dus rustig aan de fok uitgerold en lekker naar een
nieuwe bestemming varen. Ruim twee uurtjes later laten we ons anker op een
mooie zandplek tussen het rif vallen en bekijken de nieuwe omgeving. Geen
dorpen aan deze kant van het eiland wel een groot rif langs de noordelijke
westkant van het eiland. Het is warm, dus een goede gelegenheid de flippers
en maskers te voorschijn te halen voor een verkennende snorkel. Zoals overal
op de Torres eilanden helaas weinig levend koraal meer, maar wel
avontuurlijke rifformaties met toch nog heel wat gekleurde vissen. Het zoute
bad koelt heerlijk af en op het zwemplatform achter op de boot douchen we
ons weer even 'zoet'.
Maandag is er wederom weinig wind maar om 09.00 uur
hijsen we de zeilen en varen noordwaarts om het eiland Hiu om de top te
ronden en langs de oostkant weer 'af te zakken'. Vanaf het water zijn er
geen dorpen te zien, het zouden er drie moeten zijn, maar op de oostkant van
het eiland staat de ZO swell die het ankeren zo goed als onmogelijk maakt of
je moet een nacht lang van links naar rechts in je bed willen schuiven. Bij
het passeren van de Hestreux Passage komt er een groep van zeker 20 kleine
dolfijnen op ons af en zoals gewoonlijk zwemmen ze een stukje mee. Het
blijft een boeiend en vrolijk gezicht die snelzwemmende en opspringende
grijze ruggen vlak voor de boeg. Op Tegua eiland ankeren we in een baai ten
oosten van de Hestreux Passage, een prachtig lichtgroen gekleurde baai met
diverse strandjes langs de kant. Vlak voor we de baai invaren hebben we een
tonijn aan de lijn, dus dat wordt vis vanavond!
Dinsdag is een mooie warme dag, 's morgens muffins bakken
en andere huishoudelijke klusjes en 's middags het water in om de boot aan
de buitenkant en ook op en onder de waterlijn een schoonmaakbeurt te geven.
's Avonds e-mail en verslagje maken en versturen. Woensdagmorgen verkennen
we de strandjes in de baai, mooi fijn zand, volop palmbomen en even de benen
strekken. Er staat nog steeds zo goed als geen wind en we besluiten Lateu
Bay aan de oostkant van Tegua eiland aan te doen. We weten dat daar een dorp
is en hopen in de baai voldoende beschutting tegen de ZO swell te hebben.
Vlak voor de baai vangen we opnieuw een tonijn en wel een heel grote en
dikke. Dat lijkt ons een passend geschenk voor het te bezoeken dorp. We
vinden snel een ankerplaatsje en als we op de kant mensen zien lopen
besluiten we maar meteen een kijkje te gaan nemen. De chief van het dorp
heet ons welkom en is zeer ingenomen met de tonijn. Zelf vangen de locals
ook wel tonijn en grotere vissen, maar dan moeten ze een lijn met drijvers
en haken in de baai uitzetten. Behalve de chief, zijn vrouw en wat kinderen
is iedereen in de heuvels naar de tuinen, maar rond een uur of vijf verwacht
hij iedereen terug. We vragen of er belangstelling is voor rijst, suiker en
meel en de chief bevestigt dat en biedt groenten en fruit aan. We spreken af
dat hij ons een seintje geeft als de mensen terug uit de tuinen zijn en dat
we dan opnieuw langskomen. Aan boord maken we voor ieder van de vier
huishoudens een leuk pakketje etenswaren en zoeken drie plastic zakken met
kleren uit. Olielampen zijn ook aanwezig, dus voor iedere familie een fles
kerosine (petroleum). Voor de kinderen vullen we blikjes met popcorn en als
de zoon van de chief in zijn kano langskomt om kennis te maken, volgen we
hem met een volgeladen dinghy naar de kant.
Het dorp bestaat uit zo'n 30 personen en iedereen staat
bij een soort overdekte tafel te wachten. We zetten onze spulletjes op de
tafel en worden nogmaals hartelijk welkom geheten. We vertellen dat we
vanmiddag kennis hebben gemaakt met de chief en dat we ook even
rondgewandeld hebben en dat we gehoord hebben dat het de aanvoer van
'supplies' op deze eilanden zeer matig is. De families zijn blij met de
spulletjes en we vragen of ze nu of later de kleren willen verdelen. Ze
willen dat graag nu doen en het is fantastisch te zien hoe de kleren worden
uitgepakt en opengevouwen, stuk voor stuk bekeken worden en naar een nieuwe
eigenaar gaan. Een vrouw ruikt aan de babykleertjes en de westerse gestreken
spulletjes komen misschien wel wat luxe over in dit toch wel arme dorp. Maar
alle kledingstukken vinden een bestemming en nu komen er manden met
papaja's, yam, zoete aardappel, watermeloen, citroenen, komkommers en volop
verse kokosnoten te voorschijn. We zien een aantal vrouwen naar hun hut
lopen om nog meer te halen, maar we zeggen dat we echt genoeg hebben, maar
met z'n tweeën aan boord zijn, etc. Het afscheid is heel hartelijk, onze
dinghy ligt wederom vol, maar nu met kleurrijke vruchten. Iedereen loopt mee
naar de waterkant om ons uit te zwaaien als we weer terug naar de
'Alexandra' varen en het is echt een plaatje dat je niet zo snel vergeet,
allemaal zwaaiende en lachende mensen!
's Morgens om een uur of acht komt de chief even in zijn
kano naar de boot kijken en we hebben nog een leuk gesprekje met hem. Als
afscheid krijgen we een handgesneden 'lap-lap mes' van hem. Een houten mes
waarmee het dagelijkse locale gerecht in stukken wordt gesneden. Het is een
leuk gebaar en we zeggen hem toe dit als een herinnering aan onze
wederzijdse vriendschap te bewaren.
De swell in de baai neemt toe evenals de wind en we
willen nog een dorp op Loh Island aandoen. We steken de Grand Passage over
en varen vanaf het westen de lagoon in tussen Loh Island en de airstrip die
op een apart klein eilandje ligt. De lagoon is verschrikkelijk groot en
mooi, alle kleuren Pacific blue en turquoise stralen ons tegemoet en aan de
kanten helder witte stranden en overal palmbomen. Mooi, mooi, mooi, maar ...
er staat een geweldige golfslag de baai in en zelf voor een koffiepauze
vinden we het hier te veel schommelen. De 'Alexandra' zwaait over bakboord,
stuurboord, bakboord en zo maar door. Heel erg jammer, dus snel wat foto's
maken en dan maar weer de zeilen hijsen om hier weg te komen. Even de motor
bij om langs de riffen naar buiten de varen en dan kunnen we weer rustig
onder zeil naar Hayter Bay aan de westkant van Tegua Island waar we al
eerder gelegen hebben. Ons rondje Torres eilanden is gemaakt en op een paar
zakken rijst en een aantal liter petroleum na zijn we 'los'. In Hayter Bay
zwemmen we nog wat rond de boot om deze verder schoon te krijgen en dan
besluiten we Vanuatu echt te verlaten. De dinghy wordt in de 'davids'
gehesen en alle losse spullen worden vastgezet of naar binnen gehaald. We
maken een maaltijd voor onderweg en ook binnen wordt alles 'stormvast'
gemaakt. Niet dat de berichten storm voorspellen, maar een beetje wind
veroorzaakt als snel dat de 'Alexandra' scheef komt te liggen en dan moet je
geen losse spullen aan boord hebben.
Vrijdag 31 oktober om 11.00 uur gaan we ankerop en we
starten met 15-20 knopen halve wind, in de loop van de middag moet het
eerste rif in het zeil. We doen ruim 8, regelmatig 9 knopen aan snelheid en
bij zonsondergang besluiten we zelfs een tweede rif te zetten. De
'Alexandra' ligt nu iets comfortabeler en we kunnen even een deel van de
maaltijd opwarmen en naar binnen werken. De snelheid blijft rond de 8 knopen
en pas na middernacht neemt de wind wat af. Rond 05.00 uur 's morgens moet
de motor aan om de snelheid boven de 2 knopen te houden, maar om 08.00 uur
liggen we weer rustig onder zeil. Na 10.00 uur steken de ZO tradewinds weer
op, net boven de 10 knopen en het is een mooie zeildag op een wat rustiger
zee. Onderweg geen spectaculaire ontmoetingen met walvissen, wel aan het
eind van de dag wat vogels. De nacht verloopt rustig en zondag om 08.00 uur
komt er weer wat vaart in de 'Alexandra'. We krijgen wederom een mooie en
rustige zeildag en rond 17.00 uur hebben we nog 50 mijl te gaan. Onze
volgende stop wordt Huon Island in het Huon Atol, het meest noordelijke
eiland van Nieuw Caledonië. Vanaf de Torres eilanden hebben we een ZW koers
gevaren. De laatste nacht moet gedeeltelijk gemotord worden, maar vanaf half
5 vangen de zeilen weer wind. Om 07.00 uur varen we het atol binnen en om
10.00 uur liggen we veilig voor Huon eiland voor anker, een heel bijzonder
eiland ....
Maandag 3 november, we liggen voor anker voor Huon
Island, volgens onze gegevens een afgelegen zandeiland in een atol, het
meest noordelijke rif van Nieuw Caledonië. We hadden een of twee andere
zeilboten verwacht, maar zeker geen kampement op het strand. Wat is dat? Mag
hier gekampeerd worden? Jammer, we dachten echt een unieke natuurervaring
mee te maken. Voor het kamp ligt een zeilboot geankerd en een witte dinghy
vaart regelmatig tussen het strand en de boot op en neer. Die schijnt er bij
te horen, lijkt het wel.
We genieten van de rust in de 'Alexandra', we liggen voor
anker en het gekraak en geruis van voorbijschietend water is opgehouden.
Lekker een pot koffie zetten en twee boterhammen met een gebakken eitje.
Prachtig blauwe lucht en een warm zonnetje, we kunnen onder ons afdakje
buiten zitten en de activiteiten op de kant in de gaten houden, want we
willen wel alles graag weten natuurlijk. Na onze brunch laten we de dinghy,
die bij grotere tochten in de 'davids' achter de boot hangt, in het water
zakken en ook de 8PK buitenboordmotor zetten we op de motorplank.
Fototoestel en schoenen mee en dan maar eens aan de wal gaan kijken wat dat
voor kampeerders zijn. We nemen ook een grote watermeloen mee, veel te groot
voor ons tweeën, dus daar kunnen we de mensen aan de kant wellicht een
plezier mee doen. Als we het strandje naderen waar we aan willen leggen,
komt een jongeman ons tegemoet en helpt de dinghy op het strand trekken. Dit
blijkt Vincent te zijn en het doel van zijn verblijf is met een team van
natuurvrijwilligers het gedrag van de 'green turtles' in kaart brengen,
merkjes op de schildpadden aanbrengen en evt. gestrande schildpadden weer
terug in zee helpen. Vincent is de coördinator van dit project dat vanuit
Nieuw Caledonië georganiseerd wordt. Oorspronkelijk komt hij uit Frankrijk,
maar hij heeft al verschillende 'conservation' projecten met zeeschildpadden
gedaan op verschillende plaatsen in de Caribic, Pacific en Zuid Afrika. Het
project wordt door een NGO (non governmental organisation), organisatie die
niet door een overheid gefinancierd wordt) opgezet en men krijgt o.a. geld
van het Wereld Natuurfonds. Het is een drukke dag vandaag want een nieuw
team is deze morgen met de zeilboot vanuit Noumea aangekomen en het team dat
er nu twee weken heeft opzitten vertrekt weer. Vandaar al de activiteit. De
watermeloen wordt enthousiast in ontvangst genomen. Het zeilschip heeft
weliswaar nieuwe voorraden aangevoerd, maar verse groenten en fruit blijven
altijd welkom. We maken het afscheid van het 'oude' team mee en het is
duidelijk dat de sfeer goed is geweest, het is een vrolijke groep die met de
dinghy terug aan boord gaat. Er wordt uitgebreid gezwaaid en langzaam maar
zeker wordt de boot een stipje aan de horizon, terug op weg naar Noumea, een
dag of drie varen zuidwaarts.
Inmiddels maken wij kennis met het 'nieuwe' team. Naast
Vincent zijn dit vijf andere vrijwilligers, allemaal uit de omgeving van
Noumea, hoewel drie van de vijf mensen oorspronkelijk uit Frankrijk komen,
maar al dan niet tijdelijk in Nieuw Caledonië verblijven voor werk,
vakantie, etc. De andere twee zijn echte Nieuw Caledoniërs. Het kamp is vrij
dicht bij het water op het strand gezet waar de grond nog vlak is. Voor
ieder van de teamleden is er een klein tentje en m.b.v. landbouwplastic en
aangespoelde bamboestammen en takken is een keukentent annex eettent
gemaakt. Heel 'basic' allemaal. Wel beschikt het team over een satelliet
telefoon en een accuset die op een zonnepaneel werkt. 's Avonds is er dus
licht en ook is er regelmatig telefonisch contact met Noumea, met name over
het weer, maar ook als er iets zou gebeuren met een van de teamleden is er
direct contact en zo mogelijk hulp.
Huon eiland is namelijk niet meer dan een zandstrip van 1
km lang en 100 meter breed. In het midden ligt het zand wat hoger, een soort
lage duin met taai gras en wat andere zandkruipers. De uiteinden in de
lengte van het eiland zijn alleen maar zand. Op het middengedeelte zitten
honderden vogels, met name (gemaskerde) Jan van Genten, te broeden of met
hun jong te zitten. Aangezien Vincent het nieuwe team wil instrueren, gaan
we terug naar boord en spreken af de volgende dag langs te komen.
Diezelfde nacht gaat het echter verschrikkelijk waaien en
helaas iets te ver uit het zuiden zodat we aardig in de golven liggen te
schommelen. De wind houdt aan en we blijven een dag aan boord. Het water is
vrij ruw en een ritje naar de kant zou ons binnen 5 minuten doornat maken.
Dinsdagnacht gaat de wind wat draaien zodat we meer in de luwte van het
eiland komen. Het geschommel wordt minder, hoewel de wind nog steeds flink
doorstaat. Er zijn gelukkig weer wat klussen aan boord, er moeten brood en
muffins gebakken worden, en verder hebben we nog een stapel met
tijdschriften uit Nederland liggen waar we nu ook eens lekker doorheen
kunnen komen. Het regent af en toe uit de donkere wolken, een beetje somber
dagje. Donderdag waait het nog steeds maar er is weer zon en om 11.00 uur
varen we naar het strandje om vervolgens een wandeling over de noordkant van
het eiland te maken. We zien nu pas hoeveel vogels er zitten, maar op het
strand en in het gras van de duinen zien we ook sporen van schildpadden.
Grote kuilen waar ze blijkbaar ingelegen hebben. De schildpadden zelf zien
we niet omdat de laatsten aan het begin van de ochtend terug naar zee
trekken. De zon is veel te warm voor ze. Vincent heeft biologie en
'conservation' (natuurbescherming en -behoud) gestudeerd en weet erg veel
over de verschillende zeeschildpadden te vertellen. Hij nodigt ons uit met
een aantal 'patrouilles' in de nacht, avond en/of vroege morgen mee te lopen
en zo de schildpadden van dichtbij te bekijken. Hij nodigt ons ook uit mee
te eten met het team en dan aansluitend daarop die avond de eerste
patrouille te doen. Dat is een leuk idee en wij bieden aan wat zelfgebrouwen
bier mee te nemen om vooraf een proefje van twee soorten uit te proberen. De
conversatie met het team verloopt nu eens in het Frans dan weer in het
Engels. De voertaal in Nieuw Caledonië is Frans en de teamleden spreken dan
ook Frans met elkaar, maar bijna iedereen spreekt wel wat Engels want dat
gaat ons wat gemakkelijker af dan het Frans, al moeten we toegeven dat als
je een uur of wat Frans hoort spreken en ook af en toe zelf wat probeert te
formuleren, je het idee krijgt dat het toch allemaal niet zo moeilijk is (of
komt dat door die biertjes?). We krijgen een lekkere maaltijd met couscous
en groenten opgediend en koffie na en dan blijkt het al een uur of negen te
zijn, tijd voor onze eerste patrouille. Met Celine en Sebastian, een stel
dat uit Frankrijk komt en tijdelijk in Noumea werkt om weer geld te
verdienen voor het volgende traject van hun wereldreis, lopen we
noordwaarts. Celine is verpleegster en werkt nu in het ziekenhuis en
Sebastian is duikinstructeur en kan af en toe bij een van de duikcentra
invallen. Vincent heeft met het eerste team het strand en de duinen met
behulp van palen in vakken verdeeld en deze zijn genummerd. tijdens de
eerste patrouille worden er meestal nog geen statistieken bijgehouden. Vanaf
een uur of acht laten de eerste schildpadden zich op het strand aanspoelen
en dan begint hun zware tocht naar een veilige plaats om hun eieren te
leggen. De green turtle (engels) of tortue vert (frans) is een zeeschilpad
van 1 - 1,5 meter in doorsnee en weegt zo rond de 100 kilo. Op het strand
kruipt de schildpad met name met zijn voorpoten waarin de meeste kracht zit
zo'n 5 meter schuin omhoog naar waar de eerste begroeiing van het
middengedeelte begint. Ze moeten zeker weten dat ze in droog zand gaan
graven en de groene vegetatie is daar een aanwijzing voor. Meestal wordt er
nog een stuk door gekropen in het gras voordat ze een goede plek vinden en
dan begint het graafwerk. De schilpadden zijn rustig 1, 1,5 of 2 uur bezig
een kuil te graven waar ze helemaal in kunnen liggen. Als dat redelijk
gelukt is komt de tweede graaffase, ditmaal alleen met de achterpoten. Vlak
onder het achterlichaam van de schildpad moet een smalle diepe kuil van een
kleine meter diep komen en als dat allemaal tot tevredenheid is gedaan,
volgt het eigenlijke doel van de strandactie, maar daaraan komen we tijdens
de eerste patrouille niet toe. We hebben zo'n 12-13 dieren aan het graven of
nog aan het kruipen gezien en dat is natuurlijk al heel indrukwekkend. Om de
turtles niet te storen moet je je klein maken en achter ze op de grond
hurken of knielen. Zodra ze je in hun gezichtsveld krijgen, raken ze de
kluts kwijt, worden onrustig en willen verder of in het ergste geval weer
terug naar zee, om het één uur, een paar uur of een dag later opnieuw te
proberen. Dit moet natuurlijk voorkomen worden dus we zijn heel voorzichtig
en kruipen zo regelmatig door het zand. Het is gelukkig droog gebleven en
helemaal niet koud, wel even een dunne fleece aan maar korte broek voldoet
prima. Rond een uur of 12 loopt de eerste patrouille ten einde en we trekken
de dinghy het water in om aan boord van de 'Alexandra' onze kooi eens op te
zoeken. Het is een tijd geleden dat we zo laat naar bed zijn gegaan!
Vrijdag 7 november is een mooie dag met wederom volop zon
en veel minder wind. 's Middags maken we een wandeling over de zuidpunt van
het eiland. Niet aan de atolkant waar wij geankerd liggen, maar aan de
'Pacific'-kant van het eiland is het rif veel groffer en grilliger. Ook aan
deze kant komen er schildpadden aan land en we staan er verbaasd over dat ze
over het dubbele rif kunnen komen en niet ergens blijven steken. Vincent
zegt dat dat ook wel gebeurt. Hij maakt meestal rond 09.00 uur 's morgens
een ronde over het eiland met name om te kijken of er nergens schildpadden
met hun poot in een gat of achter een rots zijn blijven hangen. Een enkele
keer gebeurt dat en dan helpt hij ze los te komen en verder naar zee te
gaan. Zou dit niet lukken, dan gaat de schildpad bijna zeker dood omdat de
zon veel te warm voor ze is en voor uitdroging zorgt.
Afgelopen nacht hebben we niet kunnen flitsen bij het
maken van foto's van de schildpadden, dit zou de dieren bang maken,
desoriënteren en aan de ogen schaden. De maan is echter bijna vol en we
hadden toch maar regelmatig een fotootje gemaakt. Op de PC hebben we echter
gezien dat dit tot enkel donkere plaatjes leidt en Vincent adviseert ons 's
morgens vroeg een wandeling te maken. De wat latere schildpadden zijn dan
juist klaar met eieren leggen en maken hun gang terug naar de zee.
Zaterdag om 05.00 uur 's morgens gaat onze wekker af en
om 05.30 uur landen we met de dinghy bij het nog geheel stille kamp. Nee,
toch niet helemaal, als we onze schoenen aan hebben en langs het strand naar
de noord willen lopen, komt Richard ons achterna. Bon matin, good 'murning',
Richard zijn Engels is niet zo vloeiend en dat verplicht ons de conversatie
ook gedeeltelijk in het Frans gaande te houden. Het is leuk te ontdekken
hoeveel woorden je in het Frans nog weet of herkent als je ze in het Frans
hoort. Richard, een 50-er, heeft bij de politie gewerkt in de Languedoc
streek in Frankrijk en is inmiddels niet meer in dienst maar gepensioneerd.
Zijn vrouw werkt nu als onderwijzeres in Noumea en vanuit Nieuw Caledonië
willen ze met een aantal jaar wat gaan reizen naar landen aan deze kant van
de wereld.
In het zand zie je duidelijk de kruipsporen van de
schildpadden. Veelal loopt er binnen enkele meters een spoor terug, je weet
dan dat de schilpad weer terug in zee is. Maar af en toe is dat niet
duidelijk en dan klimmen we het duintalud op om te kijken of er nog ergens
een schildpad in een kuil zit. De vogels die inmiddels ook wakker zijn
geworden, beginnen al zenuwachtig te piepen als je maar in hun buurt dreigt
te komen. Nu zitten ze natuurlijk te broeden of met een jong, zodat ze ook
wel kwetsbaar zijn en de rest van het jaar is er helemaal niemand op Huon
eiland, dus je kunt het ze niet kwalijk nemen natuurlijk. Als er wordt
gebroed zit er meestal slechts één vogel op de doorgaans twee eieren, gewoon
in het gras, dus geen nest of zo. Als er dan een jong is uitgekomen, je ziet
altijd maar één jong, dus of dat andere ei nooit uitkomt of dat het niet
verder uitgebroed wordt, zitten vaak zowel het mannetje als het vrouwtje bij
het jong. Het jong heeft een compleet stevig donspak aan en wordt verder de
hele dag door zijn ouders gevoerd. Het blijft naast zijn ouder(s) zitten en
wordt bijna even groot als zijzelf, maar nog steeds wel met dat donspak aan.
Dan komt de tijd dat het donspak uitvalt en er bruine veren te voorschijn
komen, hoewel de ouders witte veren hebben met zwarte veren aan het eind van
de vleugels. Met de bruine veren wordt er dan gehinkeld, heen en weer en op
en neer gesprongen totdat blijkt dat er gevlogen kan worden. Ook dan blijft
de familie Van Gent nog bij elkaar en blijft het jong regelmatig naar de
ouders piepen, maar hij maakt al wel leuke vliegtochtjes op eigen vleugels.
Eindelijk ontdekt Richard een schildpad die een kuil aan
het dichtgooien is. De kans dat we het dier nu nog stressen is niet meer zo
groot. Het zware werk van het eieren leggen is gebeurd en de enige zorg van
de schildpad is nog alles grondig af te dekken en terug naar zee te komen.
Het verblijf aan de wal heeft de schildpad aardig uitgeput en het is dan ook
telkens een stapje of 7-8 schuifelen en dan weer een paar minuten rust. Voor
ons een prima gelegenheid wat foto's van vrij dichtbij te maken en te
bekijken hoe het schild, de poten, de staart en de kop er precies uitzien.
De turtle had een goede landingsplaats direct op het zand gevonden en gaat
daar ook weer naar terug om in zee te komen. Doodstil ligt ze op het eerste
golfje te wachten dat weer moed geeft nog een paar extra stapjes te maken.
Dan is het water ineens diep genoeg en zwemt de schildpad met een flinke
vaart weg van het strand. Je ziet nog even een kop boven het water uit en
dan alleen nog maar zee.
De tweede schildpad die we vinden is al bijna bij het
water en dat gaat eigenlijk zonder problemen. Maar een derde exemplaar heeft
het er duidelijk moeilijk mee. Zij is via de Pacific-kant op het eiland
gekomen en probeert nu de weg terug te vinden, maar haar route loopt
momenteel parallel aan de kust, zodat het nog wel even kan duren voordat de
zee gevonden wordt. Nu liggen er inderdaad wat rotsjes voor het strand en
daarachter het rif nog, maar de sporen geven aan dat de schildpad via die
kant aan land is gekomen en daarheen weer terug moet. Wellicht dat het water
bij het landen hoger stond en het dus gemakkelijker was op het strand te
komen. Richard en Hans blokkeren de doorgaande weg en leiden de schildpad
naar de rotsjes en die aanwijzingen worden gevolgd. De turtle schuifelt met
zijn onderschild krassend over de rotsjes en vervolgens over het rif
uiteindelijk weer de zee in. We lopen via de Pacific kant terug naar het
kamp. Aan deze kant staat de wind en is het eiland wat ruwer en ruiger.
Tussen de rotsjes op de vloedlijn van de zee lopen grote krabben die zich
steeds snel verstoppen of in zee springen als wij eraan komen. Het zijn rode
en groene krabben, ze zijn lenig en weten zich vrij lang staande te houden
op een rots als er een golf overkomt, slechts een enkele keer wordt er een
'meegesleurd'.
Terug bij de 'centrale tent' blijkt dat inmiddels meer
mensen wakker zijn en worden de voorbeidingen voor het ontbijt gemaakt. Wij
besluiten terug naar boord te gaan, maar spreken af om vannacht de grote
patrouille met Vincent te doen. Eind van de avond trekken we weer naar de
kant en drinken eerst een kop koffie met het team. Rond 12 uur maken Sylvie
en Vincent zich gereed voor de patrouille en ook wij pakken onze spulletjes
bij elkaar. De rest van het team gaat naar bed of nog wat lezen. Het is
wederom niet koud en we lopen opnieuw over het strand op zoek naar
kruipsporen. Die zijn volop aanwezig en het duurt niet lang voor we de
eerste turtles zien. De meeste zijn nog op zoek naar een plek of zijn
inmiddels aan het graven. Deze ronde wordt een statistiek bijgehouden door
te tellen hoeveel schildpadden er in een bepaald vak aan het graven zijn.
Vincent heeft hiervoor een aantal lijsten bij zich en regelmatig stoppen we
om de statistiek bij te werken en heel voorzichtig achter een schildpad te
gaan zitten om te kijken hoever ze al is. De meesten zijn nog met het grove
graafwerk bezig, maar een enkeling is al aan de tweede kuil toe. Daarvan
maakt Vincent een aantekening en daar kunnen we met een half uurtje weer
terugkomen. De meeste vogels staan of zitten te slapen en alleen een
enkeling die op de vloedlijn een slaapplaats heeft gekozen schrikt wakker
als we langs lopen en vliegt met een schreeuw weg. Het is indrukwekkend zo'n
stuk of vijf schildpadden redelijk dicht bij elkaar te zien allemaal druk
aan het graven. Het is verder doodstil op het eiland en steeds zie je een
schep zand uit een kuil door de lucht vliegen. Vincent heeft een schildpad
ontdekt die al eieren aan het leggen is, een 'vroege vogel' dus. We gaan er
weer heel voorzichtig achter zitten en Vincent legt een kleine zaklantaarn
op het zand vlakbij de kuil van de schildpad zodat we de eieren achter
elkaar in het gat zien vallen. Een legsel bestaat uit 90-100 eieren ter
grootte van pingpongballetjes maar wel veel zachter. Telkens met 4-5 komen
de eieren vrij en de schildpad zit gedurende dit proces van zo'n 30 minuten
als in trance en tranen van slijm lopen in kleine stralen uit haar ogen. Als
alle eieren gelegd zijn wordt eerst de achterste kuil heel zorgvuldig en
langdurig dichtgegooid en vervolgens ook de grote kuil voor een gedeelte.
Dan kruipt de schildpad zelf uit de kuil en begint aan de zeer vermoeiende
tocht terug naar zee. We kunnen nu wat foto's met flits maken en Vincent is
al druk met een meetlint aan de slag om de lengte en breedte van het schild
op te meten. Vervolgens krijgt de schildpad twee 'tags', metalen strippen
met een uniek nummer door het vel van allebei haar voorpoten. Dat is nog een
hele klus want de huid is taai en het vergt vrij veel kracht hier met een
tang doorheen te komen. Terwijl Vincent met de schildpad aan de slag is
noteert Sylvie de maten en nummers en krijgt de schildpad een merkteken met
witte verf uit een spuitbus op haar schild gespoten. Mocht de schildpad
binnenkort, bijvoorbeeld binnen twee maanden weer naar het strand komen om
eieren te leggen, dan ziet men aan het merkteken op de rug dat de
betreffende schildpad al een 'tag' heeft en hoeft ze daarvoor niet lastig
gevallen te worden. De 'tags' zijn namelijk niet heel groot en je moet toch
al vrij dichtbij de schildpad komen om ze te ontdekken en dat stresst de
dieren maar onnodig. Met een aantal maanden is de verf weer verdwenen. We
lopen een stuk verder het strand over en ontdekken dat er nog een schildpad
klaar is met eieren leggen. Ook deze wordt opgemeten, van een merk voorzien
en krijgt een graffiti op de rug. In de lijsten wordt alles netjes
bijgehouden. De nacht vliegt op deze manier om en er zijn nog een aantal
schildpadden waar we liggend in het zand kunnen zien hoe de eieren in een
gestage stroom het lichaam verlaten. Een prachtige natuurervaring op Huon
eiland.
Er zijn die nacht weer zo'n 50-60 schildpadden aan de wal
geweest waarvan de meesten hun eieren gelegd hebben. Een aantal trekt zich
echter soms terug voordat het tot eieren leggen is gekomen, bijvoorbeeld
omdat ze van iets geschrokken zijn of omdat ze ontdekken dat ze te laat aan
land zijn gekomen en het al licht en wellicht warm wordt. Deze turtles komen
dan een van de volgende nachten opnieuw. De maan staat prachtig groot aan de
hemel en af en toe schuift er een wolk (gedeeltelijk) voor. Verder is het
helder en er staat weer een schitterende sterrenhemel.
Zondag nodigen we de natuurvorsers in twee ploegjes bij
ons aan boord uit voor een rondleiding en een drankje en dan komt de tijd
dat we de weerkaartjes weer met grote interesse bestuderen en we ons klaar
moeten maken voor de oversteek van 800 nm (1400 km) naar Brisbane aan de
oostkust van Australië. Maandagmorgen maken we nog een wandeling naar het
uiterste noorden van het eiland. Hier zitten bijna alleen vogels, zowel Jan
van Genten maar ook kleine sterns, meeuwen, etc. Dit is voorlopig onze
laatste lichaamsbeweging. We drinken koffie met het team, wisselen e-mail
adressen uit en nemen dan afscheid.
Terug naar
top