contact?

Filippijnen 2

klik voor Alexandra's meest recente positie

Email contact
Positie Alexandra

Omhoog

click for website in English
Website in English

Nederlandse Website

Filippijnen - Noordelijk van de Visaya groep

Zuidoost Luzon,  Romblon, Tablas en Mindoro eiland
april - mei 2005

Zuidoost Luzon

Woensdag 6 april 2005. De nadering van zuidoost Luzon is indrukwekkend. De hoge vulkaan Bulusan steekt scherp af tegen de blauwe lucht. Aan de voet hiervan een brede rand van donkergroene palmen en daarvoor de witte stranden afgewisseld met dorpen. Naarmate we de kust naderen valt de wind weg. De motor wordt gestart en nog steeds door de stroom in de goede richting gestuurd, tuffen we rustig langs het fraaie panorama. In Butag Bay, in het meest zuidoostelijke puntje van Luzon vinden we een ankerplaats en het is opvallend dat vanuit de vissersboten die vanaf vier uur 's middags het water op gaan, er vrolijk terug gezwaaid wordt op onze groet.

's Morgens ankerop en op de motor noordwaarts. Sorsogon baai blijkt een groot binnenmeer te zijn en als we hier invaren, staat er een stevige wind. We kruisen met lange slagen de baai in, er ligt een enkele visser met zijn kano, en als we bij de door ons uitgezochte baai komen, ontdekken we dat deze vol visfuiken staat. Geen ideale plek om te ankeren en op de fok varen we terug naar uitgang van de baai. Aan de noordkant vinden we een aardig plekje en we krijgen zowaar bezoek van drie locals van het dorp. We geven ze een sigaretje en maken een praatje over met name de 'machina', de motor van de boot. De bananen en kokosnoten die ze ons aanbieden te komen brengen hebben we helaas niet aan boord gezien.

Zwemmen met de whalesharks!

Vrijdag bereiken we Donsol. Een locale visser verwijst ons voor de 'whalesharks' door naar de volgende baai en daar ankeren we voor het Woodland Farm Beach Resort. Op het strand worden we opgewacht door Tom, de van oorsprong Duitse manager van het gebeuren. Hij heet ons welkom en van hem horen we over hoe we met de 'whalesharks' kunnen zwemmen. Whalesharkes (walvishaaien, geen walvissen) zijn de grootste vissen ter wereld en kunnen wel 18 meter lang worden. Rond Donsol zijn ze meestal tussen de 6 en 12 meter. Het zijn vriendelijke en ongevaarlijke dieren en ze schijnen het niet erg te vinden dat er mensen om hen heen zwemmen. Donsol is een van de weinige plaatsen op de wereld waar de whalesharks in zulke grote aantallen een aantal maanden van het jaar aanwezig zijn. Het is wel zo dat er in de baaien rond Donsol erg veel heel kleine visjes zijn en de whalesharks zwemmen met hun bek open rustig door de baaien om voldoende van deze plankton uit het water te scheppen als voedsel. De locale vissers kennen de whalesharks al jaren en er werd ook jacht op gemaakt.

Sinds een sportduiker in 1998 hier de whalesharks 'ontdekte', er een onderwater video van maakte en dit nieuws de wereld inzond, is de whaleshark een beschermde diersoort en heeft de locale overheid in samenwerking met het Wereld Natuur Fonds een groots project opgezet. 50 Locale vissers zijn getraind om met toeristen de whalesharks op te sporen en te bekijken. Ieder dorp in de omgeving heeft een aantal banca's en 'whaleshark'-teams die voor deze activiteit zijn toegerust. De centrale registratie van belangstellende toeristen gebeurt bij de locale VVV en deze geeft aan het eind van de dag door welke boten de volgende morgen hun opwachting moeten maken. We melden ons aan, krijgen van te voren een video te zien met info en instructies en wachten op wat gaat komen.

Zaterdag om 8 uur landen er twee boten op het strand van het Resort en met twee Duitse toeristen stappen wij aan boord, 'shorties' aan (dunne neopreen duikpakken met korte mouwen en pijpen), masker, snorkel, zwemvliezen en een fotocamera bij de hand. Ons whaleshark-team bestaat uit gids Ronald, een schipper, een uitkijk en een hulp op het voordek, allen Filipino's. Ronald heet ons welkom en we moeten hem steeds goed in de gaten blijven houden. De boot is een traditionele banca van hout met aan beide zijden op twee meter afstand bamboe drijvers zodat het vaartuig niet om kan slaan. We varen met een aardig vaartje de volgende baai in en de uitkijk neemt plaats in het achtermastje van de banca. Onze gids staat op het voordek te turen en daar zien ze een donkergrijze plek in het water. De schipper stuurt de boot tot schuin voor de plek en dan staat gids Ronald klaar om het water in te springen en maant ons hetzelfde te doen. We laten ons van de rand van de boot vallen, duiken onder de outrigger door en volgen onze gids. Het water is niet heel helder en ineens zien we zo'n grote walvishaai al vlak bij ons! Donkergrijs vel met lichte stippen en ook strepen. De whaleshark zwemt gewoon door dus we moeten er de vaart in blijven houden. Na een paar minuten duikt hij dieper weg en is hij uit ons gezichtsveld verdwenen. Terug naar de boot die al in onze richting vaart en via een trapje klimmen we weer aan boord en maken ons gereed voor een volgende poging.

We varen verder de baai in en dan herhaalt het ritueel zich. We springen het water in en kijken even naar de boot welke kant op gewezen wordt, want eenmaal in het water heb je geen overzicht meer. Snel er achteraan en ja hoor, weer zo'n geweldig beest op 1-2 meter afstand. We kunnen er nog dichterbij komen en zo ook zijn staart en rugvin goed zien. Later raken we nog gunstiger te water en zwemmen een paar minuten vlak boven zijn kop mee. De typerende haaienbek en ook zijn oogjes zijn goed te zien. Er liften diverse kleine 'zuigvisjes' aan zijn huid mee, dat is een leuk gezicht. We duiken zo'n 10-12 keer het water in en hebben de meeste keren prachtig zicht op een whaleshark. De kleinere walvishaaien zijn jong en nog wat schuw, maar de ouderen vinden alles best en blijven rustig met open bek visjes verzamelen.

We varen in die baai overigens niet alleen, er zijn nog zo'n 20(!) andere banca's op het water met steeds 4-6 whaleshark zwemmers. Maar de baai is groot en er zitten heel wat walvishaaien. Het is ook wel een leuk gezicht al die boten waar dan weer een groepje overboord gaat. Van half 9 tot half 12 duurt deze expeditie, dan begint het te regenen en hebben wij het ook wel gezien. We bedanken ons team voor de geweldige ochtend en ook zij zijn enthousiast over het grote aantal whalesharks dat we hebben gevonden. Wat een ervaring!

Donsol

Eind van de middag nemen we een tricycle naar het plaatsje Donsol. Dat is een half uur in het zijspan van een brommertje over een onverharde landweg vol kuilen die de chauffeur overigens zoveel mogelijk tracht te vermijden. Maar wel mooi, we rijden tussen akkertjes met diverse gewassen en op een weitje staat een drietal karabau-en, de locale buffel of os, waarmee het zware ploegwerk wordt gedaan. Overal kinderen langs de weg die enthousiast zwaaien als ze ontdekken dat er toeristen in de tricycle zitten. Het eindpunt is de markt van Donsol en we kunnen er leuke praatjes en foto's maken. De mensen zijn hier blijkbaar toeristen gewend, maar wat wil je, als je in de 'capital of the whalesharks' (de hoofdstad van de walvishaaien) woont!

Zondag verzamelen we 's morgens op het strand bij de duikboot van het Resort voor een dagje naar San Miguel eiland op de noordpunt van Ticao eiland. Vanuit de baai voor het dorpje daar maken we twee mooie duiken waar we volop prachtig gekleurde zachte koralen vinden. Helaas zien we heel weinig vis vanwege het feit dat de 'locals' nog steeds met dynamiet vissen. Tijdens onze tweede duik horen we zelfs tweemaal een lading afgaan. Officieel is het vissen met dynamiet al jaren verboden in de Filippijnen en het heeft behalve veel vissen ook veel koraal vernietigd. Het feit dat het doorgaans de afgelegen eilanden zijn waar deze misdaad plaatsvindt, maakt de kans op ontdekking of boete minimaal. Een aantal natuurverenigingen proberen in samenwerking met de duikresorts de locale vissers tot andere gedachten te brengen, maar zolang daar geen voordeel voor hen tegenover staat, zal er weinig veranderen. De tweede duik eindigt in een grot die op de bodem weliswaar kaal is, maar die een fraai gezicht oplevert als we aan het wateroppervlak komen en omhoog kijken naar de grillige vormen van de binnenkant van de grot.

Winkelen in Legaspi

Maandag 11 april staan we om 6 uur 's morgens klaar bij de receptie van het Resort. Een van de gasten wordt met een aircon busje naar het vliegveld van Legaspi gebracht en Tom heeft geregeld dat we mee kunnen rijden. Op het laatste moment blijkt dat hij ook zelf naar Legaspi moet en onderweg wisselen we interessante wetenswaardigheden en ervaringen uit. De eerste helft van de rit is een slingerweg door heuvelachtig gebied waar we naast de vele dorpen ook regelmatig zicht hebben op hellingen met rijstterrasjes. Overal mensen en karabauen in actie, het is een mooie tocht. Het tweede deel is qua uitzicht minder gevarieerd, de voordorpen van Legaspi, maar de weg is geasfalteerd en dat rijdt na drie kwartier heuvelroute heel comfortabel.

Op het vliegveld helpen we de Zweedse dame die vandaag terug vliegt met haar bagage. Ze is voor zaken in Manilla geweest en heeft daar een excursie naar Donsol aan vast geknoopt. Volgend jaar wil ze met haar man en kinderen op vakantie komen om met de whalesharks te zwemmen en ook andere delen van de Filippijnen te verkennen. We hebben nog tijd met elkaar een ontbijt in het restaurant(je) te gebruiken. Dan nemen we afscheid van de Zweedse en zoeken de chauffeur en zijn busje op. Tom laat zich bij een van de hotels afzetten en verzoekt de chauffeur ons bij de bank af te zetten. Het wordt tijd de contanten aan te vullen en dan laten we het drukke verkeer van een groot plein op ons inwerken. Veel jeepneys (korte fraai beschilderde busjes) en tricycles (brommertjes met zijspan) voor het locale vervoer, maar ook veel luxe busjes en oude, heel oude en minder oude auto's en vrachtwagentjes. Bijna overal komt zwarte lucht uit en het is een geweldige herrie om ons heen. Dan zijn er nog de mensen die te voet op of rond het plein moeten zijn. Langs de kant van de weg zijn overal winkels, een halve straat met shopjes waar je een grafsteen kunt bestellen, een halve straat met bloemenwinkels, een halve straat met fotocopieermachines die bijna allemaal bezet blijken te zijn. Legaspi is de hoofdstad van Zuidoost Luzon en duidelijk het centrum van de regio. We nemen nog een kijkje in een van de kerken en het lijkt wel of er altijd in iedere kerk een Mis gaande is en er gelovigen in de kerk zitten. Bij het postkantoor kopen we postzegels om kaarten en brieven te verzenden naar met name familieleden die we niet via het internet kunnen bereiken. Nu maar hopen dat we ook leuke kaarten vinden.

We nemen een tricycle naar een groot winkelcentrum dat om 10 uur zijn deuren opent en het is weldadig in de verkoeling van de airconditioning te lopen. Eerst maar een kop koffie en een fles water zien te vinden en dan hebben we een lijstje in de hardware sfeer waar we achteraan gaan. De klanten van dit winkelcentrum zijn de geimmigreerde buitenlanders, de toeristen, de A-klasse Filippijnen (de rijken) en de B-klasse Filippijnen (iets minder rijken) wanneer ze tenminste in de buurt van het winkelcentrum wonen (geen transportkosten) en van de aanbiedingen gebruik maken. De C-klasse mensen, dit is de rest, de overgrote meerderheid van de Filippijnen, zal dit winkelcentrum waarschijnlijk nooit van binnen zien. Niet dat ze er geweerd worden, maar het feit dat er veiligheidsmensen bij de toegangsdeuren van het winkelcentrum staan die tassen controleren, is al een drempel en hetgeen in de winkels te koop is, ligt ver buiten het financieel bereik van de 'gewone' Filipino. In de winkels is overal een overvloed aan keurig gekleed jong personeel aanwezig. We worden voortdurend 'goede morgen' gewenst en zodra we even stilstaan om iets te bekijken, zien we al iemand op ons afkomen om te helpen. Een beetje benauwd, maar zo is de training en als je een vraag hebt, is men ook wel zeer behulpzaam om die te beantwoorden of op te lossen.

Als lunch kiezen we (weer) voor een heerlijk geurende en goed smakende pizza. Volgende project is de supermarkt. Een zeer ruim assortiment, duidelijk niet voor de C-klasse mensen. We vullen onze voorraden aan, nemen ook een selectie groenten en fruit mee en melden een behulpzame inpakker dat we met de bus naar Donsol moeten. Van Tom hebben we begrepen dat de bussen naar Donsol naast het winkelcentrum staan, maar dat is veranderd vertelt de medewerker. Hij loodst ons naar een zij-uitgang en regelt daar een tricycle om ons naar het nieuwe vertrekpunt van de bussen te brengen. Daar aangekomen lopen er weer behulpzame mensen met ons en onze boodschappen naar het busje richting Donsol. Tom heeft ons ook geadviseerd voor drie plaatsen te betalen, dan zouden we wat ruimer zitten. Echter, de chauffeur heeft nog slechts twee smalle zitplaatsjes, eigenlijk een (1) normale plaats, op de achterste bank vrij en het volgende busje gaat pas over een uur. We hebben geen keus, de plastic zakjes gaan achterin achter de laatste bank en wij met z'n tweeën, met z'n vieren eigenlijk, erop. De man naast mij blijkt slechts een arm te hebben, dus dat scheelt een beetje, maar het is krap en in deze bus is helaas geen airco. Al snel zijn we doorweekt, maar we zitten en rijden. Mijn Filipino buurman blijkt goed Engels te praten en hij vertelt onderweg bijzonderheden over plaatsen waar we langs komen en waar mensen overstappen voor de ferrie naar een ander eiland. Hij vindt het interessant dat we uit Europa komen, de Filipino's denken dat alle blanken Amerikanen zijn. Hijzelf is ambtenaar in rijksdienst geweest en woont nu in Donsol, de 'capital of the whalesharks'. We vertellen dat we er zaterdag wel tien gezien hebben en hij glundert dat we er zo enthousiast over zijn. De inwoners zijn er wel trots op dat Donsol zo'n bekende plaats is geworden.

Tocht naar Romblon

Dinsdag 12 april rond 8 uur komt het anker weer aan boord en motorzeilend varen we westwaarts. Onze volgende bestemming zijn de Romblon eilanden, een vrij geïsoleerd groepje in de Sibuyan Sea. Voor biologen is Sibuyan eiland met de 2058 meter hoge berg Guiting-Guiting het 'Mekka', het 'Galapagos' van de Filippijnen. Door de geïsoleerde ligging zijn op dit eiland de dichtste wouden en zijn er vijf soorten unieke (waarschijnlijk elders uitgestorven) zoogdieren te vinden. Met name voor de omvang van het eiland heeft Sibuyan de meeste verschillende soorten flora en fauna en men verwacht met nader onderzoek nog meer te vinden. Het eiland is inmiddels een beschermd National Park en er zijn van te voren te regelen prachtige tochten te maken, met veel klimwerk en langs weinig gebaande paden. Onze keus is hiermee niet op Sibuyan gevallen, maar we stevenen af op Romblon eiland zelf. Hoewel er weinig wind is worden we door de stroom flink in de goede richting gezet. De Filippijnen kennen geen regelmatig getijde systeem van 6 uur eb, gevolgd door 6 uur vloed, etc. De ligging tussen de Pacific Ocean en de Zuidchinese Zee zorgt voor een ander stroompatroon van het water en in ons kaartprogramma op de computer hebben we ook een 'stroomatlas' van dit gebied. Hans is daar regelmatig in aan het studeren en het blijkt dat we de gehele middag en avond en ook morgenochtend vroeg de stroom 'mee' hebben. Dat doet besluiten een nachtje door te varen. Het af te leggen traject voert niet dicht langs eilanden waar de kans groot is in netten, boeien of onverlichte vissersboten te varen. Bovendien hebben we een redelijk volle maan en het wordt dan ook een mooie rustige nacht met af en toe een paar uurtjes wat wind en een bijna constante stroom mee. 's Morgens vroeg naderen we Romblon eiland en daar is het direct weer oppassen geblazen. In de toegang tot Romblon liggen een aantal vissersboten met netten uit, dus het is zaak de bijbehorende boeitjes van de netten op te sporen en hier ruim benedenwinds langs te varen. Een ochtendbriesje voert ons verder de schitterende natuurlijke haven van Romblon in. Overal groene bergen en eilanden om ons heen, het lijkt er een beetje op of we een fjord binnen varen. Het plaatsje Romblon ligt diep in het 'fjord'. De mogelijkheid om te ankeren is beperkt, het is overal erg diep en volgens het boekje zouden we alleen pal voor, eigenlijk in de stad kunnen ankeren. We varen een naast Romblon liggende baai in, maar ook daar vinden we nergens ankergrond. Het idee om voor het hele stadje te kijk te liggen trekt ons niet aan en een beetje teleurgesteld verlaten we de prachtige haven om verder zuidwaarts langs de kust bij een aantal kleine resortjes te ankeren. Een daarvan is het San Pedro Beach Resort en dit is een prachtige villa in een kleurrijke tuin. Overal struiken en planten in potten, de meeste in bloei. Op de grote veranda waait een heerlijk briesje en er staan tafeltjes met gezellige tafelkleedjes. De eigenaren komen van oorsprong uit Duitsland, maar zijn helaas niet aanwezig. Twee vrouwtjes zorgen voor de tuin, de kamers en de keuken en een ploegje mannen pakt overhangende takken van bomen aan en houdt de technische zaken als electriciteit en water gaande. We informeren naar transport naar de stad en dat kan allemaal vanuit het Resort geregeld worden. We sluiten ons bezoekje af met een drankje op de veranda en horen dat er momenteel geen gasten zijn.

Donderdag wordt een dagje aan boord en 's middags verkennen we onder water een uitstekende rots nabij waar we geankerd liggen. Een mooi duikstekje met bewonderenswaardig veel vis, waaronder twee lionfishes.

Marmer in Romblon

Vrijdagmorgen zijn we om 8 uur opnieuw bij het San Pedro Resortje en we laten ons met een tricycle in 30 minuten naar Romblon City brengen. Onze tricycle driver spreekt Engels en we vragen hem of hij ons ook naar een grote marmerwerkplaats kan brengen. Romblon eiland is namelijk bekend om de marmergroeven en de vele werkplaatsen waar het marmer vanuit de groeven verder verwerkt wordt. Sommige bedrijfjes verzagen de grote brokken tot platen voor vloeren en wanden. Andere firma's verwerken het marmer tot prachtig glimmende tafels en kunstvoorwerpen. En bij zo'n laatst genoemde werkplaats worden we door onze chauffeur afgezet. De jonge Filipino eigenaar heet ons welkom en we krijgen direct een rondleiding langs de verschillende afdakjes waaronder de kunstenaars soms met beitels, soms met slijpschijf en vijlen op grote en kleine stukken marmer aan het werk zijn. De mannen en vrouwen lopen met lappen over hun hoofd en voor hun mond om inademen van stof te voorkomen. Iedereen en alles is met een witte laag 'marmerstof' bedekt zodat je het idee krijgt in een soort lepra kolonie rond te lopen.

We zien hoe de beeldhouwers aan de hand van een foto of een plaatje uit een boek hun kunstwerk maken. Een eekhoorn met een prachtige pluimstaart, hoewel de Filipino's nog nooit een eekhoorn gezien hebben en hondjes met een prachtige coiffure, waarschijnlijk vanaf een foto van een rijke Amerikaanse dame die haar 'kind' vereeuwigd wil hebben. Maar ook prachtige dolfijnen in alle kleuren, soorten en maten. Twee donkergrijze om elkaar heen zwemmende dolfijnen uit een stuk, vormen het onderstel waarop een glazen plaat als tafelblad gelegd kan worden. De verpakkingskrat om dit kunstwerk naar een klant in het buitenland te verschepen staat er al naast en we komen nog in een loodsje waar twee mensen de hele dag schalen en allerhande voorwerpen stevig in kranten, karton of plastic staan te pakken.

Ook zitten er op het terrein diverse groepjes vrouwen en kinderen die met water en fijn schuurpapier de ruwe kunstwerken prachtig glad en glanzend polijsten. We zijn zeer onder de indruk van de plantentafels waarvan de poot twee zelf gedraaide en in elkaar gedraaide staven zijn. Uit een stuk gemaakt!
En de prijzen af werkplaats gaan ieder voorstellingsvermogen te boven, zo laag.
De eigenaar heeft zelfs de prijzen paraat voor het verschepen van een krat van een kubieke meter vol met allerhande marmeren voorwerpen. Bijvoorbeeld een of twee grotere werken en de rest van de ruimte helemaal opgevuld met stampers en vijzels, asbakken, schalen, dieren, kandelaars, you name it. We zien al voor ons hoe we jullie in Nederland allemaal een marmeren vijzel en stamper kunnen verkopen. Hup, in alle huishoudens de staafmixer eruit, en weer ambachtelijk stampen met 'eerlijk' marmer. We beginnen al aardig warm voor onze marmershop te lopen, hetgeen niet verwonderlijk is bij deze temperaturen, maar ook het gevaar van een zonnesteek ligt op de loer. We beperken ons tot de aanschaf van een 40 cm lange en 5 kilo zware dolfijn voor in een open kastje aan boord waar tot op heden steeds een wisselende collectie souvenirs een plaats heeft. Maar Rolf de Dolf mag aan boord blijven als herinnering aan alle dolfijnen die ons altijd zo vrolijk tegemoet zwemmen en voor de boeg van de 'Alexandra' hun aanhankelijkheid aan ons betonen (zo zien wij dat). We zeggen de eigenaar toe de mogelijkheden van opdrachten in marmer voor hem in de gaten te houden en verlaten dan de werkplaats terug naar de city.

Tijd voor een lunch en dan wandelen we het stadje rond waar we door een aantal straten lopen waar aan beide kanten mannen en vrouwen een collectie marmeren voorwerpen en kunstwerken in hun shopjes aanbieden. Grote klassieke vazen, fraaie schalen in alle vormen en formaten, met en zonder deksel, overal vijzels en stampers (daar heb je ze weer!), asbakken, spiegellijsten, boekensteunen. Kleuren zijn grijs, wit, zwart, bruin geaderd, grijs geaderd, soms lichtgroen, crème, lichtgeel en lichtroze. We kopen nog een paar aardige souvenirs en komen dan op de markt terecht voor verse groenten en fruit.
De tocht terug is wederom hobbelig en warm, we hebben regelmatig fraaie doorkijkjes over het water en aan het eind van de tocht wacht ons een heerlijke verfrissing op de veranda van het fraaie San Pedro Beach Resortje.

Looc op Tablas eiland

Zaterdag 16 april liggen we voor anker bij Alad eiland waar de gehele middag veel boten en ferries op het strand aankomen en vertrekken. Er is druk verkeer tussen Alad en Romblon City. Zaterdag is de dag van de sportwedstrijden (basketbal en volleybal) en de teams van de verschillende dorpen spelen per regio een competitie. Zondag gaan we op zoek naar een klein duikresortje aan een mooi strand. Helaas heeft de baai geen geschikte plaats om ons anker te laten vallen (overal koraal), dus we varen met een lichte wind naar de noordpunt van Tablas eiland. Aan de westkant van het eiland valt de wind weg en we gaan voor anker bij het stadje Calatrava. 's Nachts hebben een regenbui van een half uurtje en 's morgens is het geheel bewolkt. Er staat een leuk windje en we maken een lange zeildag naar het plaatsje Looc (spreek uit: Lo-oc). Looc ligt een aantal mijl landinwaarts aan een grote en beschermde baai. In de baai liggen twee uitgebreide riffen waarop al 20 jaar niet meer gevist mag worden en die speciale bescherming genieten. Het blijkt dat dit 'Looc Reef Project' een educatieve functie vervult. Een team van vrijwilligers bemant dagelijks het 'Reef Centre' waar belangstellenden (zowel buitenlandse toeristen als ook Filipino bezoekers) eerst een uitleg over het ontstaan van riffen krijgen. Ook de waarde hiervan voor een gezonde zee-omgeving met veel vis en ander levend organisme wordt benadrukt. Vervolgens neem je deel aan een snorkeltocht waar je onder begeleiding, en zo nodig met een zwemvest aan, gewezen wordt op de prachtige rijkdom onder water. Een vrij uniek project voor de Filippijnen voor de bewustwording van hun milieu en de bescherming daarvan voor de toekomst.
Ons trekt het snorkelen onder toezicht iets minder en hoewel het rif best mooi zal zijn, willen we de autoriteiten en vrijwilligers niet provoceren door daar op eigen houtje rond te gaan kijken.

Dinsdag vroeg scheuren de bootjes al vroeg langs de 'Alexandra' op weg naar de markt. Ook wij komen een uurtje later en meren de dinghy af tussen de kleurrijke banca's. Het grote plein in Looc staat vol jeepneys en tricycles uit de omliggende dorpen en stadjes en het is overal druk op straat. Op een baseballveld wordt een wedstrijd gespeeld en we zien diverse teams aan de zijlijn staan. Men is zich aan het voorbereiden op het jaarlijkse 'fiesta', een jaarfeest waar sport, cultuur en ontmoeting centraal staan. Helaas is dit feest pas over twee weken zodat we daar niet bij aanwezig zullen zijn. We lopen door de straatjes van Looc waar we door een oudere man worden aangesproken. Het is een gepensioneerde leraar, hij heet ons welkom en vraagt waar we vandaan komen. Direct staat er dan een hele groep mensen om ons heen om mee te luisteren want er komen weinig buitenlandse toeristen in Looc en op Tablas. Iedereen wenst ons een prettige dag en goede zeiltocht toe en dan komen we weer op het centrale plein waar we in het restaurant van het locale hotel een maaltijd voor ons laten klaarmaken. We krijgen een grote ventilator naast onze tafel staan die voor verkoeling zorgt.

Teruglopend naar de dinghy maken we een rondgang over de gelukkig deels overdekte markt. De mensen zijn verrast en soms verschrikt als ze ineens twee buitenlandse blanke toeristen voor hun stand zien staan, maar we zeggen iedereen vrolijk gedag en kopen her en der onze groenten en fruit. En op de foto willen ze allemaal wel.

Op weg naar Mindoro eiland

Woensdag 20 april vroeg op en om half 7 varen we de baai uit. Buiten staat een mooie bries. We leggen onze koers naar de zuidpunt van Mindoro eiland en met windkracht 4-5 uit het noordoosten levert dit een prachtige zeildag op. Een vrachtboot loopt ons in de loop van de morgen op en de ferrie tussen Roxas op Mindoro en Looc op Tablas passeert ons op ruime afstand. Verder is het rustig in de wateren van Tablas Strait. Naarmate we de kust van Mindoro naderen treffen we hier en daar een genummerde boei aan, hoogst waarschijnlijk van de locale vissers. Om half 2 's middags gaan we voor anker achter een van de kleine eilandjes in Bulalacao Bay in het zuidoosten van Mindoro. We hebben er een rustige middag, avond en nacht. Donderdag kunnen we opnieuw de zeilen hijsen en als we wegzeilen van ons eiland, komt er net om de hoek een grote banca vol mensen aan. Het blijkt de ochtendferrie naar het vasteland te zijn. Iedereen zit vol aandacht naar de 'Alexandra' te kijken en als ze doorhebben dat we naar ze staan te zwaaien, wordt er spontaan teruggezwaaid en horen we enthousiaste begroetingen. Het lijkt wel of je de Filippino's altijd eerst even wakker moet maken. Anderzijds is een zeiljacht een redelijk unieke verschijning in de wateren rond deze eilanden en zijn de mensen waarschijnlijk zo verrast en onder de indruk van een voor hen geheel ander vaartuig. Ook vanuit de grote vissersboot die even later langs vaart krijgen we reactie en dan varen we de rest van de dag weer alleen. We koersen met een mooie snelheid naar de zuidpunt van Illin eiland ten zuidwesten van Mindoro. Vlak voor het eiland wordt de wind al minder en we kruipen langzaam de punt om. De hellingen aan de zuidkant van Illin eiland zijn droog en geel, maar toch zien we op het strand een tiental hutten en er lopen mensen naar buiten om naar ons te kijken. Eenmaal om de ruwe rotsen van de punt heen hebben we helemaal geen wind meer en we varen op de motor verder langs een drietal dorpen aan de westkant van het eiland. Dan buiten Ambulong eiland met de mooie stranden om en het anker wordt gedropt in de grote baai aan de noordkant van het eiland.

Vrijdag is er helemaal geen wind, de zon schijnt en het wordt een warme en wat saaie dag. De motor draait en in de loop van de middag sturen we naar de kant om onder Dongon Point een plekje voor de nacht te vinden. Bij nadering van het land zien we grote fuiken in het water staan. De houten stellages komen steeds dichterbij en er lopen mannen op de dwarsliggers. Dit formaat fuiken hebben we nog niet eerder gezien en we horen dat hier tonijn wordt gevangen. Het is even manoeuvreren om het anker goed ingegraven te krijgen en dan hebben we zoals bijna elke avond zicht op een kleurrijke zonsondergang.

Pandan eiland

Zaterdag 23 april is er geen wind en als we Dongon Point om zijn gemotord, zien we de Pandan eilanden al liggen. We varen buiten het rif van Pandan eiland Zuid heen en komen in de turqoise 'baai' tussen de beide eilanden om op aanwijzing van een aantal mensen op het strand op de zuidoost punt van Pandan eiland Noord te ankeren. Op het strand liggen wat bootjes en er zijn diverse snorkelaars in het water. Tussen de bomen door zien we de huisjes van een idyllisch gelegen Resortje.

Als we net de dinghy op het strand getrokken hebben worden we in het Amsterdams aangesproken of we helemaal uit Nederland zijn komen zeilen. De vlag achterop de 'Alexandra' heeft onze nationaliteit verklapt en waar kom je eigenlijk geen Nederlanders tegen! We maken kennis met Joop die al 20 jaar in de Filippijnen rondzwerft en ieder jaar een aantal maanden naar Nederland gaat om wat geld te verdienen om de rest van het jaar in de Filippijnen te kunnen leven. Hij heeft zich de laatste jaren min of meer op Ambulong eiland gevestigd (zuidwest Mindoro) en daar met hulp van wat locale werkers een trimaran zeilbootje gebouwd. Een aantal maanden geleden is de 'Ninong' te water gegaan en sindsdien slaapt Joop aan boord. Hij heeft er een leuk aantal mijltjes mee gevaren en tot op heden gaat alles best.

In de open bar van het Resort maken we kennis met de twee eigenaren van dit paradijsje, beide komen oorspronkelijk uit Frankrijk. Een deel van de gasten spreekt rap Frans terwijl we ook volop Engels horen. We zijn van harte welkom op het eiland en kunnen tegen de normale gastenprijzen gebruik maken van faciliteiten als de bar, het restaurant, de duikshop, etc. Er heerst een gezellige en relaxte sfeer, geen harde muziek en vanaf het strand heb je een prachtig uitzicht op het 'huisrif', het rif pal voor de deur van het Resort.

Terug aan boord duurt het niet lang of we liggen in het lauwe water. Ons anker ligt netjes in een grote zandplaat waar ook de moorings (boeien) voor de boten van de duikshop aan grote betonblokken liggen. Verder achter de boot begint een zeegrasveld en even daar voorbij ligt een grillige rotspartij waar volop kleine tropische visjes omheen zwemmen. Maar de grote verrassing ligt op de bodem onder de diverse overhangende punten: prachtige lionfishes (koraalduivels)! Terugzwemmend naar de boot ontdekken we twee schildpadden die op het onderwater grasveld aan het grazen zijn. Wat een moois allemaal.

Er staat weinig wind bij Pandan eiland en dat is ideaal om te duiken. We verkennen in twee duiken de oostkant van het eiland, een mooie helling vol koraal en schooltjes tropische vis. De duikplekken zijn gemakkelijk toegankelijk, we varen 5 minuten met de dinghy en laten ons met onze duikspullen overboord vallen. Een andere attractie zijn de kleine schildpadjes op het 'huisrif'. Regelmatig komen de schilpadden eieren leggen op het strand. Dit gebeurt in een door henzelf gegraven en na het eieren leggen weer afgedekte kuil, hoog op het strand tegen de bosrand aan. Als de eieren na zo'n drie maanden uitkomen, zijn de schilpadjes nog heel klein en een prooi voor grotere vogels, knaagdieren en soms van toeristen die de schildpadjes in het zand niet opmerken en er ongewild overheen lopen. Iedere morgen checkt een medewerker van het resort of er nieuwe schildpadjes zijn uitgekomen en brengt die dan naar een met gaas afgeschermd gebiedje op het 'huisrif' waar ze beschermd kunnen groeien en zwemmen in gewoon zeewater tot ze groot genoeg zijn om vrij gelaten te worden. Ook dan is het nog een klus voor de schildpad om te overleven, maar de kansen zijn groter en aangezien een aantal van de schilpadden rond Pandan eiland blijft, is het voor de gasten van het resort een unieke gelegenheid om een zeeschilpad van dichtbij te bekijken.

Ook interessant is een wandeling over het eiland. In 30 minuten loop je over het smalle pad en grotendeels in de schaduw naar de twee strandjes aan de noordwest kust. We hebben helaas niet op het tij gelet en als we aankomen blijkt het laag water te zijn. Onmogelijk om te snorkelen, dus lopen we na het uitzicht bewonderd te hebben, weer terug voor een snorkel bij de schildpadden en de koraalduivels.

's Middags en 's avonds wordt er in het half open restaurant van het resort een buffetje geserveerd en daar maken we eenmaal per dag gebruik van. Er is altijd wel verse vis, een vleesschotel, rijst, pizza, verse groenten, sla en volop mango's, bananen en ananas. We maken kennis met de diverse gasten en ook 's avonds in de bar is het gezellig. Er speelt een rustig muziekje, mensen zitten te schaken, te kaarten of gewoon met elkaar te praten. Een heel relaxte sfeer die duidelijk door iedereen gewaardeerd wordt.

Dinsdag 26 april gaan we 's morgen met de dinghy naar het stadje Sablayan op het vasteland van Mindoro, een tochtje van 20 minuten. Om bij het centrum te komen moeten we een stukje de rivier op en dat is een prachtig gezicht. Overal langs de kant liggen gekleurde banca's voor de huizen voor anker. Na 10 minuten zijn we bij de markt en laten de dinghy achter. Het blijkt dat er pas een nieuw overdekt marktgebouw is neergezet en het ziet er binnen keurig en overzichtelijk uit. De aanbieders kunnen een permanente kraam huren en we lopen door de gangpaden langs de fruit en groenten, vis, vlees en overige kramen. We kunnen goed inkopen, kijken nog even verder rond in Sablayan en varen dan weer de rivier af langs de aan beide zijden en soms ook in het midden geankerde banca's. Her en der zwemmen kinderen in het water die al zwaaiend onze aandacht proberen te trekken. De huisjes achter de gekleurde banca's zijn klein en eenvoudig. Op veel plaatsen hangt de was te drogen of zijn mannen bezig visnetten te repareren.

Apo eiland

Woensdag vertrekken we vroeg naar Apo Island. Dit is een natuurgebied en een paradijs voor duikers. Halverwege de dag worden we ingehaald door de duikboot van het resort die met gasten een tweedaagse tocht naar Apo Island maakt. Er staat een lichte wind en rond 4 uur liggen we geankerd in het rif (dood koraal en zand) tegenover Apo Island. Donderdag leggen we aan op een mooring voor het eiland en gaan aan land om op het kantoortje een duikvergunning te halen. Dan maken we onze duikspullen in orde. De duikinstructeurs van het resortje hebben aangeboden dat we de eerste duik met hen maken en ook geven ze ons tips waar we het beste 's morgens vroeg kunnen duiken. De muur waar we langs naar beneden gaan zit vol koraal en er zwemt volop vis. De grotere vissen zitten dieper dus nemen we eerst een kijkje op 20-25 meter. Het is hier frisser en ook de koralen hebben minder kleur. Wel zien we wat tonijnen voorbij zwemmen en zelfs een haaitje, maar na een kwartiertje klimmen we weer naar boven tot waar het koraal volop aangelicht wordt door de zon. Maar de grootste verrassing komt als we aan het eind van de duik opstijgen tot 6 meter en over de rand van de muur op een plateau uitzicht krijgen dat bom en bomvol staat met koraal met overal gekleurde visjes erboven. Op 6 meter diepte blijven we vlak boven het koraal drijven en het is net of we in een tropisch aquarium zwemmen. Wat een prachtige ervaring al die kleuren en visjes om je heen!

Terug aan boord van de duikboot worden we voor de lunch uitgenodigd en 's middags maken we een tweede duik aan de andere kant van Apo eiland. Ook de volgende dagen maken we steeds twee duiken per dag. Helaas vinden we tijdens de ochtendduiken geen manta rays (duivelsroggen) of pijlstaartroggen, maar de veelheid van alle soorten koralen en kleinere visjes is overweldigend. Tot vier keer toe treffen we een schildpad langs de muur van een rif aan en we storen er een die zeer ingespannen een grotere hap zit weg te werken. Als je rustig met ze meezwemt kunnen we zelfs onze hand op hun schild leggen en dan voel je hoeveel kokkels en andere schelpen daarop aangegroeid zijn.

Noordwest Mindoro eiland

Zondag 1 mei besluiten we toch verder te varen, en met afwisselend een aantal uurtjes wind en geen wind trekken we langs de westkant van Mindoro noordwaarts. Aangezien er weinig baaien zijn om te ankeren varen we 's nachts door. Onderweg is er veel scheepvaart van locale ferries en vissersboten op het water. In de loop van de nacht valt de wind geheel weg en op de motor trekken we Cape Calavite, de noordwest punt om. In de vroege ochtend hebben we weer wind en deze blijft de komende uurtjes toenemen tot windkracht 6 op de neus waarbij ook de golven voor een zoute douche zorgen. In een slag doorvaren naar Puerto Galera zit er helaas niet in en we gaan overstag om meer noord in de Verde Island Passage te komen. Na twee uur hakken in de golven komen we in rustiger vaarwater, maar de wind blijft stevig doorstaan. We varen door tot onder de kust van Zuid Luzon en ankeren nabij het stadje Anilao.

De volgende morgen varen we in de luwte van Maricaban eiland een klein stukje Batangas Bay in om van daaruit over te steken naar Puerto Galera op de noordkust van Mindoro eiland. Er staat een mooie wind en in een paar uurtjes zijn we aan de overkant en varen met de ferries vanuit Batangas de beschutte baai rond Puerto Galera in. Het stadje ligt diep in de baai en we zien dat er al heel wat zeilboten afgemeerd liggen. Via de marifoon melden we onze komst en als we bij de moorings voor de stad komen, ligt er al een bootje van de jachtclub met een medewerker die ons helpt afmeren. We liggen met een stuk of 20 andere jachten waarvan er 5 of 6 bewoond zijn.

Puerto Galera

Het prachtige houten clubgebouw van de Puerto Galera Yacht Club is de centrale ontmoetingsplaats voor zeilers en ex-zeilers, in feite voor alle ex-pats in de omgeving. De meeste berzoekers komen oorspronkelijk uit Europa, zijn (vroeg) gepensioneerden en hebben een Filippijnse vrouw. Vrijdagavond is de clubavond waar veel leden met hun partner aanwezig zijn en er onder de mangoboom naast het clubgebouw een zeer professionele BBQ wordt verzorgd. De avonden op de andere dagen van de week is het minder druk in de Club en maken we kennis met de frequentere bezoekers.

Tony is Nederlander en artistiek schilder en woont al meer dan 20 jaar in de Filippijnen. Hij nodigt ons uit in zijn pas gebouwde huis, zeg maar kleine villa, vlakbij de jachtclub. Vanaf zijn terras hebben we uitzicht over de gehele baai en er waait een lichte bries, zodat we hier tot laat in de avond van een drankje en Tony zijn verhalen genieten.
Jurgen is de huidige Commodore, de baas van de jachtclub. Hij heeft zijn Chinese vrouw in Hongkong leren kennen en reist al 40 jaar in de diverse landen van zuidoost Azië. Aanvankelijk voor zijn werkgever Nestle, maar inmiddels geniet hij van zijn pre-pensioen en reist nog regelmatig de wereld rond (Hongkong, China, Europa).
Olav komt oorspronkelijk uit Duitsland, heeft 20 jaar in New York gewoond en met Manilla als laatste werkplek, heeft hij zich nu in Puerto Galera gevestigd op het terrein naast de Pondarosa golfclub, waar we een kijkje moeten komen nemen.
Ook Mike, Graeme, Peter en Allan & Lynn zien we regelmatig. Aangevuld met de uitstekende keuken van de jachtclub hebben we hier een uitstekende bron van informatie en gezelligheid.

Zodra we ons op de 'muelle', de kade van Puerto Galera vertonen, worden we door de diverse tricycle drivers aangesproken om van hun diensten gebruik te maken. Ook verkopers met envelopjes waarin naar hun zeggen de fraaiste en duurste parels zitten, benaderen ons dagelijks. Een groot gedeelte van de bevolking van Puerto Galera leeft van de toeristen en daar vallen wij ook onder natuurlijk. Een ex-Zweed heeft een shop met snelle internetverbinding, een ex-Duitser heeft een café/koffieshop en verder zitten er een aantal locale winkeltjes met souvenirs, alsmede een sarisari winkel op de pier.

In het 'centrum' van Puerto Galera vinden we de overdekte markt, een vrij uitgebreide supermarkt, bakker, waterwinkel (mineraal water), locale eethuisjes, souvenirwinkels en zo nog een aantal shops. In 'Hotel Califonia' serveren ze de beste pizza's van de stad en de grote katholieke kerk ondergaat een ingrijpende uitbreiding.
We bezoeken onze vriend en ex-zeiler Kees Koornstra met zijn vrouw en hun drie dochters. December 200
3 waren we in Balatero (nabij Puerto Galera) bij hun huwelijk en we bewonderen de uitbreidingen van het door henzelf gebouwde huis. Gezellig alle verhalen en plannen (!) te horen en Rowena kookt nog steeds erg lekker.
Zaterdag 14 mei verlaten we onze mooring bij de Puerto Galera Yacht Club om aan het meest noordelijke traject van onze tocht door de Filippijnen te beginnen.

Terug naar top 

Vorige Home Omhoog Volgende